Dit artikel is een uitgelicht stukje van mijn kwartierstaat, zie nummers 178 en 179.
Petrus Joseph Körner werd geboren op 21 juli 1767 te Roermond (Noord-Limburg),617,618,711 en gedoopt op 21 juli 1767 te Roermond (Noord-Limburg).618 Joseph was pruikenmaker (1793, 1807) en barbier (1828) van beroep. Zijn beroep was naast barbier het aanverwante pruikenmaker; het was tenslotte de pruikentijd. Hij was lid van de gegoede middenstand. In 1803 kocht hij ‘zaken’ van notaris J.C. Crispin te Roermond, en in 1804 van de erfgenamen van wijlen Pierre Wincken. Joseph overleed op 28 februari 1828 (om elf uur ‘s avonds1252) aan de Varkensmarkt te Roermond (Noord-Limburg); op 60-jarige leeftijd.711,1252 De aangifte van zijn overlijden werd gedaan door winkelier Bernardus Beekman en “herlogiemaker” Michael Beltjens.617,653,711,1252 Hij woonde toen (1828) op de Varkensmarkt te Roermond op nummer 464.1252 Ook zijn echtgenote kwam mogelijk uit die buurt in de binnenstad; Josephs schoonmoeder Cornelie Linskens (nr. 359) woonde in 1778 in de nabijgelegen Varkensstraat. De Varkensmarkt is tegenwoordig een winkelstraat, en mede bekend doordat er een aantal panden fikse schade opliepen tijdens de beroemde aardbeving bij Roermond in 1992.
Hij trouwde met Maria Helena (Marie) Braumberger op 24 september 1793 te Roermond (Noord-Limburg).42,182,617 Zij werd geboren op 8 of 9 november 1771 te Roermond (Noord-Limburg).519,617,711 De schrijfwijze van haar achternaam was ook Braumberg, Broumberg, Bromberger, Braunberger, Broomberger, Broomberg en Braumborger. Marie woonde te Roermond in 1793 en 1839140,617,1230, en werd in 1793 vermeld als koopmansdochter.617 Enkele bronnen vermelden Zaltbommel als haar geboorteplaats, maar ‘t enige aanknooppunt wat ik daar kon vinden was ene Christina Broembergen of Broensbergen, geboren te Beesel (Noord-Limburg), die aldaar in 1791 (NH) huwde met Jan Govers of Hovers (overleden 2 september 1820 te Roermond, zoon van Govert Govers en Trijntje Janse). Zij overleed op 27 november 1855 te Roermond (Noord-Limburg); op 84-jarige leeftijd.383

Foto 1: zicht op de Markt te Roermond vanuit de Varkensmarkt, tussen 1910 en 1935. (Afbeelding: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)

Foto 2. Roermond telt twee beroemde kerken; de Sint-Christoffelkathedraal (foto 1; de enige kathedraal ter wereld genoemd naar deze bijzondere heilige), en de 13e-eeuwse laat-romaanse Munsterkerk (foto 2). Romaanse kerken zijn ontzettend zeldzaam in Nederland, dus er is aan de bouwstijl goed te zien dat het gebouw écht oud is. De Munsterkerk was een hulpkerk in de Roermondse Sint-Christoffelparochie, dus het is goed mogelijk dat Joseph en Marie er gedoopt werden of er trouwden. Het gebouw zag er dan wel zo uit als op bovenstaande foto, gemaakt voor de ingrijpende verbouwing door de beroemde architect Pierre Cuypers vanaf 1863. (Afbeelding: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)
Ik deed wat verder onderzoek naar een andere zoon van Joseph en Marie: Joseph Martijn Hubert Körner. Hij werd geboren in 1807 te Roermond1250,1251 , en aldaar gedoopt op 20 maart 1807182. Hij overleed op 24 februari 1882 te Roermond182,1251. Joseph was, net als zijn vader, barbier van beroep (1834)1250. Hij trad op 9 juni 1834 te Roermond1250, 182 in het huwelijk met Ernestina Felicia de la Gernezie Duplicis. Als een genealoog zó’n bijzondere naam tegenkomt moet hij wel verder op zoek gaan. Ernestina was bij haar huwelijk vroedvrouw, en woonde te Roermond. Ze werd op 7 januari 1807 katholiek gedoopt te Middelburg. En da’s jammer, want door bombardementen daar in de tweede wereldoorlog zijn er bijna geen DTB-boeken van de Zeeuwse hoofdstad over. Haar ouders waren Felix de la Gernezie Duplicis en Johanna Molder. Meer over hen heb ik te Middelburg niet kunnen vinden.
De achternaam lijkt half in ‘t frans en half in ‘t latijn te zijn. Ik vond Ernestina ook onder de naam De la Gernerie Dulplicis en De la Gern Duplicis. ‘Duplicis’ Gernerie of Gernezie heeft in ‘t frans noch in het latijn een betekenis, maar Duplicis is ‘twee’ of ‘de tweede’ in de laatste taal. Dat achtervoegsel zou dus kunnen duiden op [naam], de tweede. Dat maakt het weer vreemder dat in Ernestina’s doopakte (zie onderstaande afbeelding), ‘gernerie’ zonder hoofdletter en ‘Duplicis’ mét hoofdletter geschreven wordt. 1250, 1251

Een extract van Ernestina’s doopakte te Middelburg in haar huwelijksbijlagen. (Huwelijksbijlagen Roermond 1832-1840)
Helaas valt er niet veel meer over haar ouders te vertellen. Wat ik wel nog vond in hun huwelijksbijlagen was een akte die er niet ‘standaard’ bij zit. Die akte uit mei 1834 (zie onderstaande afbeelding) komt van de commandant van het derde bataillon artillerie te Luik. Joseph was toen blijkbaar tweedeklas schutter bij de vierde compagnie aldaar, en kreeg toestemming voor zijn huwelijk met Ernestine, onder de voorwaarde dat zij nooit het leger zou volgen. Zij zou, in ‘t geval dat haar man bij het leger zou blijven of zich opnieuw daarbij zou aansluiten, alle rechten die een “femme de compagnie” toekwamen behouden.
Deze akte heeft te maken met het volgende: nadat België zich in 1830 onafhankelijk verklaarde, brak er een strijd los die zou duren tot de erkenning van het land door koning Willem I in 1839. Tussen 1830 en 1839 viel de stad onder Belgisch bewind; Noord-Limburg viel immers (zij ‘t met wat onderbrekingen) al sinds het einde van de tachtigjarige oorlog onder de Spaanse/Oostenrijkse Nederlanden. Van die grens gingen de jonge Belgen dan ook uit. Joseph was dus militair in het Belgische leger, en heeft het, gezien die onafhankelijkheidsoorlog, waarschijnlijk nogal druk gehad in die jaren. In het bovenstaande extract van Ernestina’s doop staat dan ook in de kantlijn dat er één franc en 21 centimes extra betaald moest worden, omdat het extract aan het buitenland werd verstrekt.

“Le joursigné commandant le 3e Bataillon d’artillerie de Liége, accorde par le présent la permission de contracter mariage au Cannonier de 2e classe de la 4e Compagnie du susdit Corps Körner, joseph martin hubert, avec la démoiselle Ernestine Duplessis, de Ruremonde; sous la condition que sen épouse ne le suivre jamais à l’armée: ni aux Cantonnemens & qu’elle rénomee à tous les droits d’une femme de Compagnie, en cas que son mari viendroit à rejoindre son Corps.” (Huwelijksbijlagen Roermond 1832-1840)