De dokter op ‘de Groote Drol’ en hoveniers in sectie C

Sinds Watwaswaar per 1 januari dit jaar opgeheven is, staat er een hoop online op de website van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Voor deze serie duik ik in het kadaster over de periode 1811-1832. Welke grond bezaten mijn voorouders? Waar op die grond woonden zij (hoogstwaarschijnlijk)? Aan de hand van de topografische atlas 1836-1843 probeer ik ook uit te leggen wat de “aardrijkskundige context” was van deze grond. Vandaag deel 4 van deze serie: de gemeente Bergen op Zoom secties A & C: “den Drol”, omvat het Bergs deel van ‘t Laag, landgoed Jagersrust, een stuk van Vrederust en Buitenlust, en sectie C: “Hoge en Lage Meeren”, een toponiem dat we tegenwoordig nog kennen van ‘t industrieterrein, maar omvat ook de hele tegenwoordige wijk Meilust. Klik hier voor de voorgaande delen en de overzichtskaart

In sectie A geen directe voorouders van mij, maar ik ga wel even wat dieper in op scoutinglabelterrein Buitenlust (niét het landgoed Buitenlust, dat was veel groter en omvatte ‘t latere Vrederust in z’n geheel). In principe een bos met veldjes ingeklemd tussen Vrederust en de A4, maar wat was de vroegere functie van dit terrein?

buitenlust

Afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

Deze uitsnede is dan wel naar ‘t westen gezien, maar ergens in deze bocht moet Buitenlust liggen. Dit is sectie A, blad 2. De grens ligt over de Oude Moerstraatsebaan, helemaal links nog net de contouren van Fort Moermont en rechtboven hoeve “de Grooten Drol”, de naamgever van sectie A.

165d rechts

Afbeelding: Historische Topografische Atlas Noord-Brabant 1836-1843, uitgeverij Nieuwland

Zul je net zien dat het stukje wat ik zoek over vier pagina’s verdeeld is. Bon, hierboven de situatie ergens tussen 1836 en 1843, zie helemaal linksonder. Het ziet ernaar uit dat Buitenlust deel uitmaakte van de grond die bij de hoeve Groote Drol hoorde. Op de kadasterkaart wordt de grond bij de Groote Drol, dat wil zeggen wat niet door wegen doorsneden wordt, aangeduid als “de Konynekooten”. In ‘t register vallen de nummer A326 t/m A361 daaronder. Bijna al het land was eigendom van ene Hans Hendrk. Frautel uit Bergen op Zoom. Hij deelde de grond op sommige plekken met de gemeente en de weduwe van Adriaan Wynen, maar ‘t grootste deel inclusief de hoeve zelf was zijn eigendom. Even gauw zoeken naar deze man levert een overlijdensakte van zijn vrouw Klasina Maria de Boet op, op 10 april 1825 te Bergen op Zoom. De aangifte werd gedaan door Daniël Lariviere, timmerman, en Bernardus Thilo, timmerman, beiden bekende van de overledene. Klasina was een dochter van Jan Jacob de Boet en Titsia van der Kreek. Haar man heette Hans Heinrich Frautel en was “Medecine Doctor” van beroep. Ervan uitgaande dat tweehonderd jaar geleden ook dokters nog geen hoeve beheerden voor de lol, zal Frautel de grond wel verhuurd of verpacht hebben. 

frautel

Afbeelding: RHC ‘t Markiezenhof

In sectie C kom ik een aantal bekende “stamvaders” van hoveniersfamilies tegen. Rond 1800 wordt voor ‘t eerst zichtbaar dat een aantal boerenfamilies rondom Berrege, de meesten uit Vlaanderen geëmigreerd in de 17e en 18e eeuw, een eigen, enigzins gesloten, beroepsgroep gaan vormen. Geen voorouder van mij, maar wel aanwezig in heel veel Bergse stambomen: Philippus Crusio (*Bergen op Zoom, 8/1-1756, ✞ aldaar, 7/1-1836). Hij was een kleinzoon van Philip Cruseau die in 1714 de familie uit Henegouwen naar Berrege bracht. Deze Philippus bezat bouwland (=landbouwgrond) aan de Kleine Melanen, vlak onder het land van buren en voorouders Johannes Stoffels en weduwe Cornelia Moerbeek, dat weer deel uitmaakte van de gemeente Halsteren. 

Philip Crusis uit Bergen op Zoom

  • “de Melanen”
  • C16: bouwland
  • C17: bouwland
  • C18: bouwland
  • C19: bouwland
  • C20: bouwland
crusio

Het groene bovenaan is de Kleine Melanen, naar het oosten gezien. Afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

Dan verder naar Aart Franken (*Bergen op Zoom, 30/9-1774, ✞ aldaar, 30 maart 1825). Ook geen voorouder, maar wel één van de stamvaders van de familie Franken. Hij was vernoemd naar de schoonvader van de man die in 1710 de familie naar Berrege bracht: Joannes Huijbrechtse (Jan) Franken. Aart bezat moestuin en weiland in “den Ouden Ketel”. ‘t Is wat lastig om dit op kaart weer te geven, maar deze grond lag aan een oude bocht in de Wouwschestraatweg, ter hoogte van de kruising met de Kastanjelaan.

Aart Franken, hovenier uit Bergen op Zoom

  • “den Ouden Ketel”
  • C278: weiland
  • C279: moestuin
franken

Afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed