Een dag in ‘t leven van mijn voorouders in Essen

Essen op de Ferrariskaart. (Afbeelding: Koninklijke Bibliotheek België)

Vorige week had ik in ‘t West-Brabants Archief het boek ‘Familiegeschiedenis Mutsaerts/Musters’ door J. Wuijts ter inzage. In het boek citeerde hij een artikel wat in 1989 in Essen geschreven werd (“Wij van over den grens”) over de periode gedurende grofweg tussen de tachtigjarige oorlog en Napoleon. ‘t Uitgestrekte Essen had, ondanks dat ze een noordelijke uitham vormde van de Spaanse/Oostenrijkse Nederlanden, nogal wat banden met bezet Staats-Brabant. Of het nu was via de abdij van Tongerlo of de broeders van Huijbergen, of de met ‘t Nederlandse Nispen gedeelde parochie. Veel Essenaren verhuisden tussen 1600 en 1900 naar andere West-Brabantse dorpen en steden, en zo heb ik er veel voorouders. Het artikel wat J. Wuijts citeerde geeft een gedetaillerd beeld over ‘t leven in Essen in die tijd, wat ik u zeker niet wil onthouden. ‘t Is geen rooskleurig beeld, maar wie heeft ooit gezegd dat vroeger alles beter was?

“Essen behoorde in de zeventiende eeuw tot de heerlijkheid Essen-Huijbergen-Kalmthout (oostelijk deel) en was in het bezit van de abdij van Tongerlo in het bisdom Antwerpen. De kerk stond op het grondgebied van Nispen. In 1669 kwam er een schuurkerk in Essen en in 1729 een stenen gebouw. Het westelijk deel van Huijbergen behoorde toe aan het klooster der Wilhelmieten en lag op het omstreden grensgebied tussen het Markiezaat van Bergen op Zoom en de heerlijkheid. Recht werd in de openlucht gesproken door de vierschaar. Galg en rad stonden in een uithoek van het dorp. De schandpaal vonden we op het dorpsplein om iemand al dan niet gegeseld aan de kaak te stellen, maar meestal werd zij veel prozaïscher gebruikt om officiële berichten, verkopingen e.d. bekend te maken.

Met de nodige voorzichtigheid kan gesteld worden dat Essen in 1615 461 inwoners telde, tegen 825 in 1643, 1050 in 1671 en 1125 in 1700. In 1686 waren er in de gehele heerlijkheid 248 huizen waaronder vele slechte huttekens van arme mensen, twee pastoriën, twee windmolens en zes brouwerijkens. Ieder deed aan landbouw, vaak in combinatie met een ander beroep. In 1557 was de pastoor tevens veehouder en brouwer. In bijna elk huis draaide het spinnewiel.

Vanaf het plakkaat van 1608 mocht het beroep van vroedvrouw slechts door geschoolde en beëdigde vrouwen worden beoefend. Het jaarlijks aantal geboorten lag op 34 per duizend inwoners. De kindersterfte eiste echter een zware tol, één op de vijf overleed in het eerste jaar en 48 op de honderd vóór het viertiende jaar. Het aantal doodgeborenen of op dezelfde dag overleden was meer dan vijf procent. Borstvoeding werd gegeven tot twee, soms zelfs drie, jaar. Het normale interval tussen twee geboorten bedroeg dan ook 24 maanden of eerder wanneer het vorige kind gestorven was. Niet zelden sliepen de peuters met de ouders in de gesloten alkoof, nu niet bepaald de ideale vorm van slaapcomfort en luchtverversing. Een bakermat, wieg, kinderstoel en loopraam verrieden al een vorm van welstand. Fopspenen, poppen en speelgoed werden zelf gemaakt. In 1718 zag men in Essen de eerste rolwagen of kinderwagen.

Rond zes jaar kon men naar school. Aanvankelijk een lemen hut waar de kinderen van zes tot zestien jaar neerhurkten met hun schooldoos op de knieën. De vakken waren cathechismus, lees- en schrijfoefeningen en rekenen. De oudere leerlingen hielpen de jongere. Om beurten moesten zij bij de meester komen om hun les op te zeggen. Domkoppen werden gekroond met een stel ezelsoren tot grote hilariteit van de hele bende. Het aantal leerlingen was seizoensgebonden. Echte vakantie bestond niet. Er was ‘s zomers veel werk op het land en de meeste kinderen bleven dan weg. Honderd en meer leerlingen in de klas was geen zeldzaamheid. De pastoor was in het begin de schoolmeester, later werd dat de koster.

Vóór de komst van de aardappel (voor Essen 1702) bestond het dagelijk voedsel uit brood, soep en pap; een mengsel van boekweit, roggemeel, botermelk of water. Brood was meestal roggebrood, amper gerezen en besmeerd met smout of varkensvet. Boter en eieren waren bestemd voor de markt van Bergen op Zoom. Slechts op hoge feestdagen bakte men pannekoeken en wafels en was er peperkoek. Vers vlees en worst werden alleen gegeten in de slachtmaand en bij kermis en bruiloft. Hammen in de schouw en gezouten spek in de pan waren een voorrecht voor de welgestelde boeren. Kippen, konijn, duiven en eenden vrolijkten zo nu en dan het menu op. Honing was lange tijd het enige zoetmiddel. Na de komst van de aardappel was de regelmatige hongersnood voorbij en kwam er een grotere afwisseling in het voedingspatroon. De gemiddelde leeftijd steeg gemiddeld met vijf jaar tot 41 jaar voor de man en 43 jaar voor de vrouw.

Men had weinig benul van hygiëne. Veel hing natuurlijk af van de huisvrouw. De behuizingen en alkoven waren benauwd, ongezond en broeinesten van muizen, ratten, luizen, vlooien en ander ongedierte. Zich helemaal wassen of baden gebeurde nauwelijks. Vluchtig ‘s morgens het gezicht en de handen besprenkelen deden slechts enkelen. Zeep was te kostbaar voor dagelijks gebruik. De grote was deed men een paar keer per jaar. Het zelden gewassen ruwwollen en linnen kleedsel stond stijf van het zweet en het vuil veroorzaakte jeuk en huidontstekingen. Levensmiddelen waren blootgesteld aan insecten en bedierven snel in de woonruimten – kelders waren er nauwelijks. Griep, bronchitis, buikloop en etterende wonden waren vaak noodlottig. Epidemieën van buiktyfus, dysenterie, cholera, vlektyfus, pokken en de pest richtten vaak grote slachtingen aan. Het was de tijd van de volksgeneeskunst. Kwakzalvers, piskijkers, kruidendokters, alchemisten en overlezers deden goede zaken. Specifiek voor elke kwaal werden heiligen aangeroepen. Eerst in 1720 werd het chirurgeinsambt beschermd. 

Een boerenwoonstee werd naar oude traditie gebouwd. Een houten gebint opgevuld met vlechtwerk en bestreken met klei of leem. Het lage dak was van riet of stro met een schouw en een open haardvuur. Typisch Kempisch was de langgerekte hoevebouw; woning met stal onder één dak, schuur en schaapskooi naast elkaar. Met de betrekkelijke welstand daalde ook de graad van behuizing van ruim tot benepen; van abdijhoeve in baksteen tot een houten keet of plaggenhut met gestampte aarden vloer. Hetzelfde zien we bij de meubilering, keukenuitrusting, slaapstede, kleren en veestapel.”

 

Betovergrootooms- en tantes

Op zoek naar een portret van mijn laatste betovergrootouders waar ik nog geen foto van vond, maakte ik van de familie Van den Boom een klein overzichtje van broers en zussen. Om eens op internet naar een naast familielid te zoeken. Gaandeweg besefte ik dat het zoeken naar broers en zussen van betovergrootouders eigenlijk best wel interessante achtergronden geeft, en heb ik ‘t onderzoek wat uitgebreid. Maar: hoe noem je deze familiebanden eigenlijk? Zijn ze mijn betovergrootooms- en tantes? Of oud-oud-ooms en oud-oud-tantes? Geen idee. Maar het blijft, relatief, nabije familie. Een overzicht van hen vindt u op de kwartierstaatpagina van mijn oudouders (generatie 6), in de stambomen Bernaards, Linders en Linders, en hieronder. Interessant, nietwaar?

  • Jacoba Antonissen-Linders (*Bergen op Zoom, 1867, aldaar, 1946)
  • Johanna Maria Appels-Musters (*Bergen op Zoom, 1881)
  • Pieternella Johanna Bakx-Musters (*Bergen op Zoom, 1888)
  • Johanna de Beer-Bernaards (*Bergen op Zoom, 1896, Tilburg, 1945)
  • Catharina Geertruida Bernaards (*Bergen op Zoom, 1883, aldaar, 1890)
  • Jacobus Bernaards (*Bergen op Zoom, 1882, aldaar, 1882)
  • Jacobus Bernaards (*Bergen op Zoom, 1890, aldaar, 1959)
  • Johannes (Jan) Bernaards (*Bergen op Zoom, 1878, aldaar, 1950)
  • Marinus Bernardus (Merijn) Bernaards (*Bergen op Zoom, 1892)
  • Wilhelmus (Willem) Bernaards (*Bergen op Zoom, 1884, Valkenswaard, 1958)
  • Johanna Catharina Bogers-van Dijke (*Ossendrecht, 1902, aldaar, 1983)
  • Cornelia van den Boogaard-Jonkers (*Halsteren, 1888)
  • Anna van den Boom (*Bergen op Zoom, 1879, aldaar, 1879)
  • Cornelis van den Boom (*Bergen op Zoom, 1872, aldaar, 1872)
  • Cornelis Johannes van den Boom (*Bergen op Zoom, 1876, aldaar, 1954)
  • Daniel van den Boom (*Bergen op Zoom, 1891, aldaar, 1892)
  • Elisabeth van den Boom (*Bergen op Zoom, 1889, aldaar, 1915)
  • Franciscus van den Boom (*Bergen op Zoom, 1879, aldaar, 1880)
  • Johanna van den Boom (*Bergen op Zoom, 1887, aldaar, 1888)
  • Johanna van den Boom (*Bergen op Zoom, 1894)
  • Johannes van den Boom (*Bergen op Zoom, 1883, aldaar, 1884)
  • Willem van den Boom (*Bergen op Zoom, 1880, aldaar, 1958)
  • Cornelia Maria Bruijs-Withagen (*Bergen op Zoom, 1875)
  • Mathilda Helena Dierikx-Huijps (*gem. Woensdrecht, 1883)
  • Antonetta Dongelmans-Bernaards (*Bergen op Zoom, 1887, Rotterdam, 1933)
  • Aloysia Anna Cornelia van Dijke (*Ossendrecht, 1898, aldaar, 1899)
  • Cornelis Aloijsius van Dijke (*Ossendrecht, 1894, aldaar, 1985)
  • Gerardus Marinus van Dijke (*Ossendrecht, 1891, aldaar, 1973)
  • Josephus van Dijke (*Ossendrecht, 1892, aldaar, 1977)
  • Petrus Johannes van Dijke (*Ossendrecht, 1895, Geleen, 1967)
  • Catharina Maria van Eekeren-Withagen (*Bergen op Zoom, 1892, aldaar, 1935)
  • Johanna Elst-Bernaards (*Bergen op Zoom, 1888)
  • Petronella Maria Elzakkers-Withagen (*Bergen op Zoom, 1884, aldaar, 1931)
  • Franciscus Maria Eijsermans (*Bergen op Zoom, 1877)
  • Johannes Eijsermans (*Wouw, 1866)
  • Adriana Franken (*Bergen op Zoom, 1880, aldaar, 1880)
  • Arnoldus Franken (*Bergen op Zoom, 1862, aldaar, 1934)
  • Cornelia Franken (*Bergen op Zoom, 1866, aldaar, 1866)
  • Johanna Franken (*Bergen op Zoom, 1894)
  • Johannes Franken (*Bergen op Zoom, 1865, aldaar, 1865)
  • Laurentius Franken (*Bergen op Zoom, 1859, aldaar, 1918)
  • Maria Franken (*Bergen op Zoom, 1868, aldaar, 1871)
  • Petronella Franken (*Bergen op Zoom, 1861, aldaar, 1861)
  • Petrus Nuijten (*Bergen op Zoom, 1898, aldaar, 1918)
  • Petrus Martinus Franken (*Bergen op Zoom, 1872, aldaar, 1872)
  • Theodorus Franken (*Bergen op Zoom, 1863, aldaar, 1864)
  • Theodorus Franken (*Bergen op Zoom, 1867, aldaar, 1867)
  • Cornelia Franken-van den Boom (*Bergen op Zoom, 1886)
  • Adriana Franken-Eijzermans (*Bergen op Zoom, 1881)
  • Cornelia Wilhelmina Franken-Musters (*Bergen op Zoom, 1874, Bergen op Zoom, 1947)
  • Jacoba van Geel-Eijzermans (*Bergen op Zoom, 1884)
  • Catharina Maria Giebelen-Bernaards (*Bergen op Zoom, 1894, Swalmen, 1917)
  • Antonetta Hagenaars-Franken (*Bergen op Zoom, 1877, aldaar, 1955)
  • Elisabeth Hagenaars-Franken (*Bergen op Zoom, 1871, aldaar, 1955)
  • Johanna Cornelia Hopmans-Stok (*Wouw, 1870, Bergen op Zoom, 1941)
  • Maria Cornelia (Marie) Huijbers-Bernaards (*Bergen op Zoom, 1898)
  • Maria Johanna Huijgens-Musters (*Bergen op Zoom, 1879)
  • Alphonsus Huijps (*gem. Woensdrecht, 1886, aldaar, 1968)
  • Petrus Huijps (*gem. Woensdrecht, 1888, aldaar, 1889)
  • Anna Elisabeth van Kempen-Kerbusch (*Bergen op Zoom, 1879, aldaar, 1949)
  • Johanna Pieternella Hazen-Withagen (*Bergen op Zoom, 1890, aldaar, 1919)
  • Josina Agatha Hijmering-Kerbusch (*Bergen op Zoom, 1876, 1953)
  • Johanna Jaspers-Linders (*gem. Woensdrecht, 1875, Roosendaal, 1969)
  • Johanna Jochems-Eijsermans (*Bergen op Zoom, 1879)
  • Cornelia Jonkers (*Halsteren, 1883, aldaar, 1886)
  • Elisabeth Maria Jonkers (*Halsteren, 1894, aldaar, 1895)
  • Joanna Jonkers (*Halsteren, 1878, aldaar, 1897)
  • Maria Catharina Jonkers (*Halsteren, 1880, aldaar, 1898)
  • Adrianus Richard (Janus) Kerbusch (*Bergen op Zoom, 1890)
  • Dirk Hendrikus Kerbusch (*Bergen op Zoom, 1875, aldaar, 1875)
  • Eduard Hubertus Kerbusch (*Bergen op Zoom, 1892, aldaar, 1974)
  • Franciscus Jacobus Kerbusch (*Bergen op Zoom, 1895, Rotterdam, 1963)
  • Frederika Johanna Kerbusch (*Bergen op Zoom, 1898, aldaar, 1899)
  • Geertruida Hendrika Kerbusch (*Bergen op Zoom, 1877, aldaar, 1878)
  • Geertruida Hubertina Kerbusch (*Bergen op Zoom, 1881, aldaar, 1886)
  • Maria Kerbusch (*Bergen op Zoom, 1867 aldaar, 1947)
  • Geertruida Hubertina Kersten-Kerbusch (*Bergen op Zoom, 1887, Nijmegen, 1953 of 1961)
  • Hendrik Johannes van den Kieboom (*Halsteren, 1884, aldaar, 1884)
  • Johannes Marinus van den Kieboom (*Halsteren, 1889)
  • Marinus Jacobus van den Kieboom (*Halsteren, 1892, aldaar, 1892)
  • Marinus Johannes van den Kieboom (*Halsteren, 1896, aldaar, 1896)
  • Marijnus Johannes van den Kieboom (*Halsteren, 1899)
  • Petrus Jacobus van den Kieboom (*Halsteren, 1884, Bergen op Zoom, 1943)
  • Cornelia Klaassen-Eijzermans (*Bergen op Zoom, 1889)
  • Antonius Knoet (*Bergen op Zoom, 1884, aldaar, 1884)
  • Hendricus Wilhelmus Knoet (*Bergen op Zoom, 1881, aldaar, 1935)
  • Antoinetta Petronella Koolen-van Dijke (*Ossendrecht, 1900, aldaar, 1937)
  • Anna Cornelia Krijntjes-Linders (*gem. Woensdrecht, 1870)
  • Maria Langenberg-Withagen (*Bergen op Zoom, 1880)
  • Adrianus Linders (*gem. Woensdrecht, 1866, Vught, 1942)
  • Adrianus Linders (*Bergen op Zoom, 1869, 1869)
  • Cornelis Linders (*gem. Woensdrecht, 1865, Rotterdam, rond 1947)
  • Elisabeth Linders (*Bergen op Zoom, 1857, 1857)
  • Geertruda Linders (*Bergen op Zoom, 1861, 1865)
  • Jacoba Linders (*Bergen op Zoom, 1858, 1860)
  • Jacobus Linders (*Bergen op Zoom, 1877)
  • Johannes Linders (*Bergen op Zoom, 1865, aldaar, 1938)
  • Reinier Linders (*Bergen op Zoom, 1864, aldaar, 1934)
  • Willem Linders (*gem. Woensdrecht, 1881, aldaar, 1972)
  • Geertrui van Loenhout-Linders (*Bergen op Zoom, 1871, aldaar, 1939)
  • Adriana Cornelia Luijkx-Jonkers (*Halsteren, 1891)
  • Catharina Louisa Machielsen-de Vos (*gem. Woensdrecht, 1878 Roosendaal, 1960)
  • Maria Sophia Machielsen-de Vos (*gem. Woensdrecht, 1882)
  • Anthonetta de Moor-de Vos (*gem. Woensdrecht, 1886 Rotterdam, vóór 20/3-1929)
  • Sophia Catharina Musters-Huyps (*gem. Woensdrecht, 1880, Tilburg, 1931)
  • Jacobus Antonius Nuijten (*Bergen op Zoom, 1887)
  • Johannes Nuijten (*Bergen op Zoom, 1890)
  • Catharina Petronella Nuijten-Musters (*Bergen op Zoom, 1884)
  • Catharina Johanna van Overveld-Jonkers (*Halsteren, 1881)
  • Adriana Elisabeth Rijlaarsdam-Kerbusch (*Bergen op Zoom, 1884, Leiden, 1913)
  • Geertruida Sneller-Knoet (*Bergen op Zoom, 1888, aldaar, 1953)
  • Cornelia Spijkstra-Knoet (*Bergen op Zoom, 1892, 1966)
  • Cornelis Stok (*Wouw, 1868, aldaar, 1869)
  • Jacobus Stok (*Wouw, 1871, Bergen op Zoom, 1930)
  • Johannes Stok (*Termunten, 1875, Wouw, 1875)
  • Petrus Johannes Stok (*Wouw, 1873, aldaar, 1874)
  • Maria Taheij-Linders (*Bergen op Zoom, 1873, aldaar, 1953)
  • Pieternella Maria (Nel) Tax-Bernaards (*Bergen op Zoom, 1880, aldaar, 1957)
  • Johanna Tax-van den Boom (*Bergen op Zoom, 1875, Vlissingen, 1956)
  • Maria Cornelia Tebbens-Knoet (*Bergen op Zoom, 1885, aldaar, 1962 of 1965)
  • Cornelia van Tilborg-Franken (*Bergen op Zoom, 1896)
  • Petronella Timmermans-Franken (*Bergen op Zoom, 1874, aldaar, 1938)
  • Johanna de Vos (*gem. Woensdrecht, 1888, aldaar, 1888)
  • Johannes Baptist de Vos (*Wassenaar, 1873 gem. Woensdrecht, 1956)
  • Julia Paulina de Vos (*gem. Woensdrecht, 1880 aldaar, 1896)
  • Ludovicus Johannes de Vos (*gem. Woensdrecht, 1877 aldaar, 1959)
  • Petrus Johannes de Vos (*gem. Woensdrecht, 1878 aldaar, 1884)
  • Adriana Withagen (*Bergen op Zoom, 1878, aldaar, 1905)
  • Helena Withagen (*Bergen op Zoom, 1888, aldaar, 1909)
  • Johannes Godefridus Withagen (*Bergen op Zoom, 1883, aldaar, 1906)
  • Leonardus Marinus Withagen (*Bergen op Zoom, 1881, aldaar, 1884)
  • Petrus Paulus Withagen (*Bergen op Zoom, 1876, aldaar, 1910)
  • Waltherus (Walter) Withagen (*Bergen op Zoom, 1886, Sherburne, Minnesota, 1940)
  • Isabella Helena Withagen-Musters (*Bergen op Zoom, 1876, Bergen op Zoom, 1944)
  • Elisabeth van den Wijngaert-Knoet (*Bergen op Zoom, 1877 aldaar, 1958)

Hageland, Moleneind, Hondseind

ossendrecht

Sinds Watwaswaar per 1 januari dit jaar opgeheven is, staat er een hoop online op de website van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Voor deze serie duik ik in het kadaster over de periode 1811-1832. Welke grond bezaten mijn voorouders? Waar op die grond woonden zij misschien? Aan de hand van de topografische atlas 1836-1843 probeer ik ook uit te leggen wat de “aardrijkskundige context” was van deze grond. Vandaag deel 12 van deze serie: Ossendrecht secties A t/m G: de hele gemeente OssendrechtKlik hier voor de voorgaande delen en de overzichtskaart

Over Brabantse Wal gesproken. U dacht toch niet dat ik Ossendrecht zou vergeten? Er is minder te vinden dan ik had verwacht wel. Dit artikel behandelt vooral sectie D. Sectie A, F en G zijn de polders, sectie B is Calfven, sectie C is de Groote Meer en sectie E het Hageland waar later in de 19e eeuw ‘n aantal van mijn Ossendrechtse voorouders woonden. In het bosgebied o.a. wederom de Bergse burgemeesters Cuypers en Vermeulen.

Beginnen we ook hier weer met de weduwe Adriaan van den Eijnde uit de artikelen over Hoogerheide en Woensdrecht. Zij bezat een stukje bos op het Moleneind binnen sectie D.

de weduwe Adriaan van den Eijnde, uit Ossendrecht

het Moleneind

  • D121: hakhout

ossendrecht2

paardekam

Verderop op ‘t Moleneind hadden twee directe voorouders een huis in bezit, de eerste Nicolaas Paardekam (*Ossendrecht, West-Brabant, 12/6-1772, ✞ aldaar, 4/11-1838, kwartierstaatnummer 206). 

Nicolaas Paardekam, arbeider uit Ossendrecht

het Moleneind

  • D127: tuin
  • D128: huis en erf

De tweede is Cornelis Adriaansen of Cornelius Adriaense (*Ossendrecht, West-Brabant, 27/6-1752, ✞ aldaar, 15/2-1832, kwartierstaatnummer 442 en de grootvader van Adriaan Adriaansen uit ‘t artikel over Woensdrecht). Hij was de buurman van Nicolaas Paardekam.

Cornelis Adriaansen, arbeider uit Ossendrecht

het Moleneind

  • D130: tuin
  • D131: huis en erf

Hoewel het Hageland sectie E genoemd werd in het kadaster, wordt de straat waaraan Nicolaas en Cornelius hun huis hadden wel Hageland genoemd anno 2016. In het kadaster werden zij tot sectie D gerekend en ‘Moleneind’, de straat die van ‘t dorp naar de Putseweg loopt, als toponiem gebruikt. Sterker nog, van beide heb ik een adres als zulks uit het oude bevolkingsregister: Nicolaas woonde op Hageland 179 in 1830 en 1832 en Cornelis op Hageland 181 in 1830. Waaruit ook af te leiden is dat beiden ook daadwerkelijk op dat adres woonden.

paardekam4

Inschrijving op de nummers 179 en 181. Op 178 woonde Cornelis’ dochter Petronella met haar echtgenoot Martien Buermans. (Afbeelding: Bevolkingsregister Ossendrecht 1830/RHC ‘t Markiezenhof)

paardekam2

Originele afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

paardekam3

De ligging van de twee huizen op de huidige kaart, ongeveer. Zie hoe de schuine lijnen ten westen van de straat (met o.a. een beek, de Vossenloop) overeenkomen met de kaart uit 1811. (Originele afbeelding: Google)

In het oude hart van het dorp was een vrij groot pand (met een vrij grote tuin) eigendom van mijn voorouder Pieter Jan van der Poel (*Woensdrecht, West-Brabant, 20/10-1787, ✞ Ossendrecht, West-Brabant, 12/10-1854, kwartierstaatnummer 102). Hij was een schoonzoon van Nicolaas Paardekam, hierboven vermeld. Van Pieter Jan is bekend dat hij herbergier was op Ossendrecht, en zijn adres in 1830: huis 60 ‘op ‘t dorp’. Gezien de grootte van zijn pand en de centrale ligging ervan kan ‘t volgens mij heel goed zijn dat dit ook zijn herberg was. 

Pieter Jan van der Poel, tapper uit Ossendrecht

het Dorp

  • D236: tuin
  • D237: huis en erf
poel

Originele afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.

Meer richting de Ossendrechtse Markt lagen huis en schuur van Jacobus Musters (*Ossendrecht, West-Brabant, 3/10-1759, ✞ aldaar, 6/3-1842, kwartierstaatnummer 424). 

Jacobus Musters, arbeider uit Ossendrecht

het Dorp

  • D296: huis en erf
  • D297: tuin
  • D298: schuur
mustersJ

Originele afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

Achter de Markt lag het Hondseind, een gebied met wat verspreide huizen waar blijkbaar geen straat o.i.d. langsliep. Dit stukje Ossendrecht is nu bekend als ‘de Kuil’, mij bekend omdat mijn betovergrootvader daar woonde. De percelen van 1811 zijn tegenwoordig niet meer te herkennen. Vlak achter de Koningin Wilhelminastraat lag een flink stuk grond met ‘n huis en zelfs wat heide, eigendom van mijn voorouder Johannes Franciscus (Francus) Theuns (*Hoevenen-Ertbrand, Antwerpen, België, 17/9-1778, ✞ Ossendrecht, West-Brabant, 28/8-1828, kwartierstaatnummer 430).

Francis Theuns, arbeider uit Ossendrecht

het Honseint

  • D360: bouwland
  • D361: huis en erf
  • D362: heide
theunsF

Originele afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed