Supervlaams: Putte in 1811-1832

grens

Sinds Watwaswaar per 1 januari dit jaar opgeheven is, staat er een hoop online op de website van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Voor deze serie duik ik in het kadaster over de periode 1811-1832. Welke grond bezaten mijn voorouders? Waar op die grond woonden zij misschien? Aan de hand van de topografische atlas 1836-1843 probeer ik ook uit te leggen wat de “aardrijkskundige context” was van deze grond. Vandaag deel 9 van deze serie: Putte sectie A t/m C: de gehele gemeente PutteKlik hier voor de voorgaande delen en de overzichtskaart

Het dorp waar men vroeger doorheen reed op weg naar Antwerpen en waar men midden in ‘t centrum ‘t paspoort moest laten zien. Putte, of eigenlijk ‘Put’ in Brabants, was tot 1997 een eigen gemeente, tot het met de gemeenten Woensdrecht, Ossendrecht en Huijbergen fuseerde tot de gemeente Woensdrecht. Waar Woensdrecht, Hoogerheide, Huijbergen en Ossendrecht genealogisch gezien veel overeenkomsten vertonen, veel dezelfde families, enzovoorts, is er in de Zuidwesthoek een speciaal plekje voor Putte.

Putte is een groot dorp, ongeveer 15.887 inwoners. Het noordelijke deel is Nederlands, het zuidelijke deel is Belgisch/Vlaams/Antwerps, en verdeeld over de gemeente Stabroek en de gemeente Kapellen. In tegenstelling tot wat men misschien zou verwachten, liep deze grens ook in de tijd van het kadaster al door ‘t dorp, toen tussen de provincies Noord-Brabant en Antwerpen. Sterker nog, deze grens loopt al door ‘t dorp sinds de tachtigjarige oorlog, het noorden bij bezet Staats-Brabant en ‘t zuiden was Spaans en later Oostenrijks. Uit die tijd komt ook ‘t verhaal van de schilder Jacob Jordaens. De grens doet de twee ‘Puttes’ nog altijd duidelijk van elkaar verschillen, Putte-Woensdrecht heeft een beduidend Nederlands karakter, nog meer dan de andere dorpen in de Zuidwesthoek, waar Putte-Kapellen en Putte-Stabroek Vlaamse dorpen zijn zoals alle andere. In de tijd waarvan ik ‘t kadaster onderzoek, 1811-1832, is er iets opvallends te zien. Allereerst is er geen ‘België’ te bekennen. Het andere deel van het dorp wordt gemeente Stabroek genoemd, en provincie Antwerpen. ‘t Belgisch koninkrijk werd immers pas in 1839 erkend door Willem I: de staat bestond in de laatste twee jaar die het kadaster omvat simpelweg nog niet in de ogen van de kaartenmakers. Meer opvallend is dat álle grondeigenaren in Putte-Woensdrecht óf uit Putte zelf kwamen, óf uit Vlaanderen, en dan vooral uit Antwerpen of de dorpen ten noorden daarvan: Stabroek, Lillo, Hoevenen, Berendrecht. Slechts één kwam er uit een ander Noord-Brabants dorp, daarover verderop meer. Hieronder een lijstje van alle grondeigenaren uit de periode op alfabetische volgorde. Een voorouder van u erbij, misschien?

  • Jan Baptist Aerts uit Putte
  • Adriaan Antonisse uit Berendrecht
  • Egidius Braeckmans uit Putte
  • Pieter Braeckmans uit Putte
  • Adriaan de Beukelaar uit Putte
  • Walterius Bogaerts uit Borgerhout
  • weduwe Jan Bruinzeels uit Putte
  • Jan Francis Claassens uit Putte
  • Jan Baptist & Anna Catharina Claessens uit Putte
  • Francis Arnoldus Dons uit Hoevenen
  • Gerardus van Dooren uit Putte
  • Cornelis Dries uit Putte
  • Jan Baptist Gabriels uit Lillo-Kruisweg
  • Pieter Geenings uit Putte
  • Eduard le Gras, uit Borgerhout
  • Willem Greefs, uit Stabroek
  • Willem Govers uit Putte
  • Elisabeth Gysen uit Putte
  • Francis Gysen uit Hoevenen
  • Josephus Gijsen uit Putte
  • erven Philippus Gysen uit Putte
  • Maria Catharina Hanssen uit Stabroek
  • weduwe Jan Hendricks uit Putte
  • Simon Hofkens uit Stabroek
  • Maria Hondermarck uit Antwerpen
  • weduwe Pieter van Hooydonk uit Putte
  • weduwe Cornelis Huysmans uit Lillo
  • weduwe Adriaan Jansen uit Putte
  • Egidius Josephus Janssens uit Putte
  • Pieter Jaspers uit Putte
  • Josephus Joossen uit Putte
  • Francis van Kamp uit Putte
  • Cornelis Karstens uit Putte
  • Jan Baptist Lambrechts uit Putte
  • weduwe Pieter Jan Leenaers uit Putte
  • weduwe Pieter Lemmers uit Putte
  • weduwe Cornelis Leys uit Putte
  • Dominicus Leys uit Putte
  • Wilhelmus Leys uit Putte
  • Adriaan van Linden uit Antwerpen
  • Pieter Marien uit Putte
  • Jan Mattheeusen uit Stabroek
  • Theresia Meeus uit Antwerpen
  • Jan Louis van de Moer uit Putte
  • Andries de Moor uit Putte
  • erven Anthony de Moor uit Putte
  • Cornelis Mous uit Stabroek
  • Guilelmus Mous uit Hoevenen
  • Adriaan Nuys uit Putte
  • Jacobus Peeters uit Putte
  • baron Ph. Cs. Ant. Jos. de Pret uit Antwerpen
  • Maria Theresia de Ram uit Putte
  • Pieter Rul uit Putte
  • Jan Baptist Teunen uit Putte
  • Pieter Paulus Teysen of zijne erven, uit Putte
  • Guilelmus Theuns uit Putte
  • weduwe Machiel Theuns uit Stabroek
  • Verbiest uit Antwerpen
  • Adriaan Verbiest uit Berendrecht
  • Jan Baptist Verbiest uit Lillo-Kruisweg
  • Josephus Verbiest uit Putte
  • Jan Baptist Verdijk uit Putte
  • Adrianus Verhoeven uit Stabroek
  • Hendrik Verstraeten uit Putte?
  • weduwe Jan Francis Verstraten uit Hoevenen
  • Jacobus Vervoort uit Ilegem (?)
  • Jacobus de Vos uit Ossendrecht
  • de erven Jan Francis van de Wouwer uit Putte

Slechts één van hen kwam dus uit een ander Nederlands dorp: kleermaker de Vos, uit Ossendrecht. Het gaat hier om mijn voorouder Jacobus de Vos (*Woensdrecht, West-Brabant, 11/2-1764,✞ Ossendrecht, West-Brabant, 6/7-1836, kwartierstaatnummer 216). Twee zoons van hem en de Veronica de Groof (* Berendrecht, Antwerpen, België, 10/10-1776, ✞ Ossendrecht, West-Brabant, 14/4-1858, kwartierstaatnummer 217) in mijn bestand werden te Putte geboren. Johannes Wilhelmus de Vos (*Putte, West-Brabant, 19/7-1810, ✞ Bergen op Zoom, 15/6-1883, schoonvader van B183) en Jan Baptist de Vos (*Putte, West-Brabant, 17/4-1814, ✞ Ossendrecht, West-Brabant, 30/11-1876, kwartierstaatnummer 108). Van het echtpaar De Vos wist ik dat ze te Woensdrecht woonden in 1796, te Putte in 1800, 1803, 1804, 1807 en 1814 en op het Hondseind te Ossendrecht in 1830. Bij de geboorte van zijn zoon Jan Baptist in 1814 woonde zij dus in Putte, wat daar ook vermeld wordt, en waren Puttenaren Cornelis Teijsen en Jan Gijsen getuige; de akte werd ondertekend door burgemeester E. Braeckmans. Laatste komt voor in de bovenstaande lijst van grondeigenaren, Teijsen en Gijsen niet maar hun achternaam wel, familie waarschijnlijk.

Jacobus de Vos, kleermaker uit Ossendrecht

’ten oosten van de Putsche straat’

  • B258: tuin
  • B259: huis & erf
devosj

Afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

Ik had verwacht dat De Vos, vanwege het ontbreken van enig genealogisch verband met Putte, ergens tegen de gemeentegrens met Ossendrecht gewoond zou hebben, maar het blijkt midden in het dorp te zijn geweest. Althans, dat is waar hij een huis, erf en tuin bezat. 

devosj2

Dit kaartje is ongeveer naar ‘t oosten gezien. (Afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed)

De afstand tussen het huis van De Vos en de grens is slechts een paar meter, het lag aan de Klavetterstraat. Opvallend aan dit kaartje is dat de kerk aan de Nederlandse kant van de grens mist: de grens was toen immers nog gewoon een provinciegrens. De grote straat wordt verderop op de kaart benoemd als de hoofdroute tussen Bergen op Zoom en Antwerpen, toen al dus. Midden op die weg zien we rechts een stippellijntje, dat is denk ik de gemeentegrens tussen Kapellen en Stabroek.

De familie De Vos mag dan heel wat jaren in Putte doorgebracht hebben; in 1830 waren ze weer terug in Ossendrecht. Misschien zag Jacobus ‘t niet zitten om de smokkelaars door z’n tuin te zien rennen?

(Headerafbeelding bovenaan: Mapio/maker onbekend. Meldt u even.)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *