Wouw met haar buurtschappen

Sinds Watwaswaar per 1 januari dit jaar opgeheven is, staat er een hoop online op de website van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Voor deze serie duik ik in het kadaster over de periode 1811-1832. Welke grond bezaten mijn voorouders? Waar op die grond woonden zij misschien? Aan de hand van de topografische atlas 1836-1843 probeer ik ook uit te leggen wat de “aardrijkskundige context” was van deze grond. Vandaag deel 13, (voorlopig) het laatste deel van deze serie: Wouw secties A t/m I en K: de hele gemeente Wouw maar dan zonder de dorpskern van Heerle, die deed ik eerder al. Sectie J heeft nooit bestaan. Klik hier voor de voorgaande delen en de overzichtskaart

De gemeente Wouw was tot het opheffen in 1997 vrij groot, en dan niet persé naar oppervlakte maar meer als men kijkt naar het grondgebruik: in het zuiden natuurlijk bos en heide (Wouwse Plantage), maar veel landbouwgrond. En de gemeente was ook relatief groot qua inwoners vergeleken met de rest van de regio.

In de ‘Looikensakker’, ten noorden van landgoed Altena en en ten oosten van Moerstraten, had een oude bekende een stuk weiland. Het gaat hier om Salomon Frank, en da’s waarschijnlijk dezelfde als uit het artikel over Hoogerheide: Salomon Nathan Frank (*Stabroek, Antwerpen, België, 2/12-1796, ✞ Woensdrecht, West-Brabant, 9/2-1879). Onder een net iets andere naam werd hij geregistreerd als eigenaar van een mooi groot pand aan de Bergsestraat in ‘t dorpscentrum. Hij werd eerder o.a. vermeld als winkelier, in dit register was hij leerlooijer. 

Salomon Frank, uit Bergen op Zoom

Looikensakker

  • C38: weiland

Salomon Junior Frank, looijer uit Wouw

het Dorp

  • L277: moestuin
  • L278: huis, looyerij en erf
frank

Let op: deze kaart is niet naar het noorden gezien! (Originele afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed)

frank3

Originele afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

In sectie D lag een hoek genaamd ‘Eijerdij’ (mooie naam, vind ik). Het lag ten oosten van de Spellestraat en ten noorden van de oude weg naar Roosendaal. In deze hoek lag een perceel dat eigendom was van ‘de weduwe van Cornelis Huijbs’.

weduwe Cornelis Huijbs, uit Roosendaal

Eijerdij

  • D185: bouwland

Dit kunnen volgens mijn bestand twee mensen zijn, twee weduwen van een Huijps die overleed in de periode die dit register omvat. De eerste is mijn voorouder Antonia van der Riet (*Wouw-Bulkenaar, West-Brabant, 8/3-1737, ✞ gemeente Roosendaal, 16/12-1817, kwartierstaatnummer 401). Zij was weduwe van Cornelis Gabriel Huijps (*Roosendaal, West-Brabant, 9/8-1736, ✞ Wouw-Bulkenaar, West-Brabant, 6/7-1802, kwartierstaatnummer 400). Een tweede mogelijkheid is Anna Maria Raaijmakers (*Wouw-Oostelaar, West-Brabant, 24/4-1774, ✞ Roosendaal, West-Brabant, 31/7-1834, schoonmoeder van B70), weduwe van Cornelis Huijps (*Wouw-Haïnk, West-Brabant, 28/11-1766, ✞ gemeente Roosendaal, West-Brabant, 4/4-1821, zoon van bovenstaande Cornelis en Antonia van der Riet en schoonvader van B70).

Een familielid Maryn Huijbs had veel grond om perceel D185 heen. Bij hem werd eveneens vermeld dat hij uit Roosendaal kwam, maar zoals ik bij mijn voorvader Jan Huijps schreef woonde deze familie op de Haïnk, een buurtschap daar vlakbij wat bestuurlijk onder Roosendaal en kerkelijk onder Wouw viel.

Maryn Huijbs, bouwman uit Roosendaal

Eijerdij

  • D180: bouwland
  • D181: weiland

Kleine Speldestraat

  • D214: bouwland
  • D215: hakhout
  • D216: bouwland
  • D217: bouwland
huijps

Afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

huijps2

Donkerrood omlijnd: de grond van de weduwe Cornelis Huijps. Lichtrood omlijnd de grond van Maryn Huijbs. De straat links is tegenwoordig bekend als de Kruislandseweg. De percelen zijn niet meer te herkennen op de kaart van nu. (Originele afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed)

Een ander familielid Huijps had grond op de Oostelaar. Dit was Antonia (Anthonetta) Jongeneelen (*Wouw-Haïnk, West-Brabant, 16/4-1775, ✞ gemeente Roosendaal of Wouw-Bulkenaar, West-Brabant, 26/11-1841, kwartierstaatnummer 201), weduwe van Gabriël Huijps (*Wouw-Bulkenaar, West-Brabant, 6/4-1775, ✞ gemeente Roosendaal, West-Brabant, 28/9-1819, kwartierstaatnummer 202). Belangrijk om te weten is hier dat er vijf buurtschappen zijn, Vroenhout, Vinkenbroek, Boeïnk, Haïnk en Bulkenaar, die kerkelijk onder Wouw vielen en bestuurlijk (in ieder geval na 1811) onder de gemeente Roosendaal & Nispen. Ik heb, voortbordurend op de DTB-boeken Wouw gebruikt als ‘voorvoegsel’ van deze buurtschappen. Soms vermeld ik ‘gemeente Roosendaal’, dit wijst erop dat iets plaatsvond onder ‘t bestuurlijk gebied van Roosendaal, en ik niet precies weet waar.

de weduwe Gabriel Huijps, uit Roosendaal

Oostlaar

  • E322: hakhout
  • E323: bouwland

Iets ten westen van de twee percelen lag een pad genaamd “Haïnksche Kerkpad”. De percelen zijn ook hier niet meer te herkennen op de huidige kaart, maar ze moeten ergens binnen het rode vierkant gelegen hebben. Het pad waar de pijl naar wijst loopt in dezelfde richting als het pad op de kaart uit 1811. Misschien een restant daarvan?

huijps4

Originele afbeeldingen: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed & Google.

In sectie E en F had een landbouwer genaamd Johannes Verbraak veel grond. Ik zag een overeenkomst met mijn voorouder Jan (Jean) Verbraak (*Wouw-Westelaar, West-Brabant, 13/3-1778, ✞ Roosendaal-Brembosch, West-Brabant, 16/3-1832, kwartierstaatnummer 202). Hij werd vermeld als landbouwer, werd geboren op Westelaar, maar woonde wel al sinds in ieder geval 1813 in de gemeente Roosendaal. Ik kan dus niet met zekerheid zeggen dat ‘t hier om dezelfde persoon gaat.

Johannes Verbraak, bouwman, ”landbouw” uit Westlaar

De Zaafzelsche akker

  • E807: bouwland
  • E808: bouwland
  • E809: bouwland

Westlaar

  • F668: hakhout
  • F680: bouwland
  • F689: weiland
  • F690: boomgaard
  • F691: moestuin
  • F692: huis, schuur en erf
  • F693: weiland
  • F706: bouwland

de Drietrap

  • F766: bouwland

In ‘de Vijfhoek’ in sectie I lag één stukje grond van Jan (Jean) van Eekelen (*Essen, Antwerpen, België, 29/4-1790, ✞ Heerle, West-Brabant, 10/4-1841, kwartierstaatnummer 236), eerder vermeld in ‘t artikel over Heerle. Misschien toevallig lag verderop in deze sectie, onder ‘t toponiem ‘Geizevelden’, had een naamgenoot een moestuin.

Joh’s van Eekelen, bouwman uit Bergen op Zoom

de Vijfhoek

  • I177: bouwland

Jan van Eekelen, arbeider van op Herel

Geizevelden

  • I286: moestuin
eekelenvanJ

Afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

Aan ‘t begin van dit artikel had ik het al even over de Bergsestraat in ‘t dorpscentrum. Een eindje verder naar het westen lagen aan deze straat huis, erf en moestuin van mijn voorouder Jacobus (Jakob) van Osta (*Wouw, West-Brabant, 5/1-1753, aldaar, 26/1-1829, kwartierstaatnummer 450). 

Jacobus van Osta, schoenmaker uit Wouw

het Dorp

  • L300: moestuin
  • L301: huis en erf
ostavanJ

Originele afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

Om ‘t artikel af te sluiten zet ik graag nog wat dingetjes die me opvielen op een rijtje. Zo was er in sectie A een grondeigenaar uit Bergen-Henegouwen (Mons hè), waarbij voor de zekerheid ‘provincie Henegouwen’ geschreven werd. Nederland had België immers nog niet erkend in 1832. Of in sectie G, waar een lap heide eigendom was van ‘t dorp Nispen. Nu was Nispen nooit een eigen gemeente, het was al sinds Napoleon samen met Roosendaal. Hoe omschrijf je ‘t dorp dan? Als “gehugt”, blijkbaar. 

bergenhenegouwen

Afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

nispen

Afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

begijntjes

Verder liepen er twee begijntjes rond in Wouw met een hoeveelheid grond waar ze waarschijnlijk goed van konden leven. Eén daarvan was Cornelia Kerstens, zij zat in Hoogstraten, de ander heette Elisabeth Vadde, uit Lier. Vadde is een achternaam die ik uit mijn eigen stamboom ken, en Elisabeth blijkt inderdaad uit Wouw te komen, zo bewijst een Vlaamse erfgoedsite. Een korte levensgeschiedenis: Elisabeth werd op 19 november 1743 gedoopt te Wouw als dochter van Dominicus Joosse Vadde en Maria Anna Janse Moerkints, werd op 24-jarige leeftijd in 1767 geprofest als begijn te Lier en ging daar wonen op het adres Grachtkant 14/15, in het huis ‘t Soete Naemke. Daar woonde ze tot haar overlijden te Lier op 31 oktober 1832, en was daarmee het laatste begijntje wat in het huis woonde. Elisabeth was trouwens een nicht van mijn voorouder Jacoba Anna (Jacqueline) Vaddé (zie nummer 369).

De vraag die mij opkwam was: hoe komt het dat een Wouwse die begijn wordt in Lier zoveel grond bezit in haar geboortedorp? Natuurlijk had de kerk meer wereldlijke macht (en dan bedoel ik hier vooral in de vorm van grond en goederen) in die tijd, maar je zou eerder verwachten dat Elisabeth dan eigendommen had in de omgeving van Lier. Het antwoord hierop lijkt te vinden in de familie van een andere Wouwse grondeigenaar, doctor Joh’s Jacobus de Ram, eveneens uit Lier. Hij komt meermaals voor in het register. Het artikel over het pand waar ze woonde vermeld het volgende:

“Elisabeth Vadden was verwant aan de gezusters Sanders en Adriana De Ram, die in Sint-Rosalia aan de Margaretastraat resideerden. In 1816 noteerde men er samen met Elisabeth Vadden, 72 jaar oud, haar nicht, Maria Godeschal (Goddichal), 42 jaar oud, ex-religieuze, als dochter van Jan Baptist Goddichal en Catharina Vadden, een zuster van de voornoemde Elisabeth.” 

De Roosendaalse notarissen J.J. Bosschart en J.C. de Bosson maakte in respectievelijk 1818 en 1838 akten op waarin Elisabeth Vadde samen met de familie de Ram vermeld werd. Eén daarvan (datum 26 mei 1818) is nogal belangrijk voor dit vraagstuk: 

“Verkoop door den Heer David de Ram Medicine Dokter wonende te Wouw, als gelaste van Mejuffrouw Elisabeth Vadden, begijntje wonende te Lier aan Adriaan Ruijten bouwman onder Wouw van een huis, schuur, hof, boomgaard en erf met omtrent een gemet zaailand, staande en gelegen op Oostelaar onder Wouw voor Vierhonderd en vijftig gulden.”

Een dokter David de Ram dus, ongetwijfeld familie van Johannes Jacobus de Ram en de familie de Ram in Lier. Het kan zijn dat alle grond die ze bezat in Wouw in deze verkoop inbegrepen was, of dat dit slechts een van meerdere verkopen door de familie de Ram aan Elisabeth Vadde was. Een interessant verhaal dat zeker nog een keer nader onderzoek verdient.

Elizabeth Vadde, begijn uit Lier

Oostlaar

  • E406: bouwland
  • E409: bouwland
  • E420: bouwland
  • E452: bouwland
  • E453: bouwland
  • E454: bouwland
  • E455: bouwland

Zuivelaar

  • E549: bouwland

de Bestert

  • E577: bouwland

de Donken

  • F56: bouwland (niet vermeld als begijn of als afkomstig uit Lier)

de Drooge Driessen

  • L28: weiland

Hoogerheide en Huijbergen

woensdrecht 2

Sinds Watwaswaar per 1 januari dit jaar opgeheven is, staat er een hoop online op de website van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Voor deze serie duik ik in het kadaster over de periode 1811-1832. Welke grond bezaten mijn voorouders? Waar op die grond woonden zij misschien? Aan de hand van de topografische atlas 1836-1843 probeer ik ook uit te leggen wat de “aardrijkskundige context” was van deze grond. Vandaag deel 10 van deze serie: Woensdrecht secties B, C en D en Huijbergen sectie A t/m C: Hoogerheide en HuijbergenKlik hier voor de voorgaande delen en de overzichtskaart

Volgorde:

  • Adriaan van den Eijnden, ‘Hoogerheidensche Laag’
  • Christiaan de Vos, Hoogerheide-dorp
  • Salomon Nathan Frank, Hoogerheide-dorp
  • de boerderij De Vos, Hoogerheide

Adrianus (Adriaan) van den Eijnden (*Middelbeers, Oost-Brabant, 13/3-1755, ✞ Ossendrecht, West-Brabant, 30/10-1822) komt voor in veel stambomen in de Zuidwesthoek. In mijn bestand heeft hij nummer V136. Adriaan was smid van beroep en werd vermeld als afkomstig van Woensdrecht. Eén bezit kwam ik tegen: een weiland genaamd D11 in het ‘Hoogerheidensche Laag’. Dit perceel lag dicht bij een plas óp de Brabantse Wal, in de buurt van ‘t Marktje bij Woensdrecht-dorp.

Adriaan van den Eijnden, smid uit Woensdrecht

’het Hoogerheidensche Laag’

  • D11: weiland
eijnden

Afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.

eijnden2

Originele afbeelding: Google.

vandeneijndenA vennetje

Het meertje waar Adriaan zijn weiland aan had is mogelijk hetzelfde als op deze foto uit een ansichtenboek. Het bijschrift luidt: “gaan we de Nieuweweg verder af dan komt men achter het monument om op de doodlopende straat Het Marktje. Op het einde van deze weg lag tegenover nummer 57 tot 1945 het mooie diepe ven “De Weel”. Dit ven is in dat jaar gedempt met het puin van door oorlogsgeweld verwoeste woningen. Rond “de Weel” speelt de legende van “de Snoek met het Gareeltje”. Deze naam leeft voort in de carnavalsvereniging “De Snoeken”. (Afbeelding: Hoogerheide en Woensdrecht in oude ansichten, H. Jacobs, L.W. Lijmbach, Europese Bibliotheek Zaltbommel)

Gaan we door met Christiaan de Vos (*Woensdrecht, West-Brabant, 1782, ✞ Woensdrecht of Hoogerheide, West-Brabant, 17/11-1838), broer van Jacobus de Vos uit mijn artikel over Putte. Ik probeer al een tijdje de familie de Vos te plaatsen in de Zuidwesthoek; deze Christiaan woonde aan de weg naar Ossendrecht. Bij de geboorte van zijn zoon Corneille in 1813 worden hij en zijn vrouw Veronica Rommers vermeld als woonachtig te Hoogerheide, dus dit zou goed kunnen kloppen.

Christiaan de Vos, kleermaker uit Hoogerheide

Hoogerheiden

  • D213: tuin
  • D214: huis en erf
devosc

Afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.

Net iets daarboven lagen percelen D209 en D210. De eigenaar van deze grond viel me op, omdat ik de familie eerder tegenkwam in het boek ‘Hoogerheide en Woensdrecht, toen en nu’, van dhr. Moors. Het gaat hier om een familie van veehandelaren, die zover ik weet de enige joden waren in de 19e-eeuwse Zuidwesthoek (let op! ik ben hier wel wat afgedwaald van het kadaster merkte ik achteraf).

Salomon Nathan Frank, uit Hoogerheide

Hoogerheiden

  • D209: tuin
  • D210: huis en erf

Wat ik vooral zag toen ik eerder werkte met joodse stambomen was dat zij vooral eind 18e eeuw vanuit het huidige Duitsland naar de Nederlanden kwamen, of ze nu naar Amsterdam, Eindhoven of Hoogerheide terecht gingen. Dat is voor deze familie in ieder geval wel zo. Beginnen we met Lazarus Levi (aangenomen naam Van Broek), geboren rond 1730 in Wallhausen bij Kreuznach (Rijnland-Palts, Duitsland) en zijn vrouw Elisabeth Salomon. Zij kregen een aantal kinderen die in de hele regio terug te vinden zijn (bron: hoofdzakelijk de stamboom Goudsmit).

  • Isaac Lazarus van Broek (*Wallhausen, Duitsland, 1755, ✞ Breda, West-Brabant, 10/12-1823), kwam terecht in Zundert.
  • Sara Lazarus van Broek (*Wallhausen, Duitsland, 1756, ✞ Woensdrecht, West-Brabant, 4/10-1840), kwam terecht in Woensdrecht of Hoogerheide, zie verder in onderstaande alinea.
  • Schoontje Lazarus van Broek (*Wallhausen, Duitsland, 1761, ✞ Zandvliet, Antwerpen, België, 8/10-1835). Zij trouwde met de Zandvlietse slager Gerrit Jacobs en overleed te Zandvliet in 1835.
  • Levi Lazarus van Broek (*Wallhausen, Duitsland, 1762, ✞ Scherpenisse, Tholen, Zeeland, 25/4-1831), kwam terecht in Scherpenisse en was daar koopman en ‘vleeschhouwer’.
  • Salomon Lazarus van Broek (*Wallhausen, Duitsland, 1764, ✞ Bergen op Zoom, 6/2-1853), huwde een joodse vrouw uit Bladel en kwam terecht in Bergen op Zoom. Hij was koopman, en grondeigenaar, want ik ben hem als zodanig tegengekomen in dit deel van ‘t kadaster te Woensdrecht en meermaals te Halsteren.

Zoals gezegd gaan we verder met Sara Lazarus van Broek. Zij trouwde met Nathan Salomon Frank (*’Frankenland’, ergens in Duitsland, rond 1759, ✞ Woensdrecht, West-Brabant, 10/8-1847). Van beiden is dus te Woensdrecht een overlijdensakte te vinden. Nathan was rentenier bij zijn overlijden, en het ‘Frankenland’ als plaats van geboorte is ook uit die akte afkomstig. Sara was rentenierster bij haar overlijden, en bij haar overlijden werd niet Wallhausen maar Wiesbaden als plaats van geboorte opgegeven, wat niet heel vreemd is, aangezien ‘t veel grotere Wiesbaden op een kleine vijftig kilometer van Wallhausen ligt.

frank

De overlijdensakte van Nathan Salomon Frank, 1840. De aangifte werd gedaan door zijn twee zoons. (Afbeelding: RHC ‘t Markiezenhof)

Er zijn twee zoons bekend van het echtpaar, waaruit ook blijkt dat ze een tijdje te Stabroek gewoond hebben. Zoon Salomon Nathan Frank werd op 2 december 1796 aldaar geboren. Hij trouwde op 23 juli 1818 te Bergen op Zoom met zijn nicht Elisabeth of Isabella Salomon van Broek, dochter van oom Salomon Lazarus van Broek uit ‘t rijtje hierboven. Salomon Nathan Frank was koopman en winkelier en overleed op 9 februari 1879 te Woensdrecht. Hij is degene die in het kadaster vermeld wordt, óf misschien zijn vader, maar dan werd diens naam verkeerd geschreven/omgedraaid.

De andere zoon, niet vermeld in de stamboom Goudsmit, was Levi Salemon Frank, geboren in de gemeente Woensdrecht rond 1820 (geen geboorteakte gevonden), aldaar overleden op 6 april 1885. Hij was veehandelaar en bleef hoogstwaarschijnlijk ongehuwd. En hij is degene die voorkomt in het boek van Marcel Moors.

frank2

Afbeelding: ‘Hoogerheide en Woensdrecht, toen en nu’, M. Moors, uitgeverij Van Geyt Productions.

De het bijschrift bij deze foto luidt: “Het woonhuis van slager Jac. Theuns en zijn vrouw Verhaert stond aan de Ossendrechtseweg vanaf de Putseweg het derde huis links. Daarvoor woonde hier de Joodse veehandelaar Levi Salomon Franck. Slager Theuns had 12 kinderen en was acht jaar slager geweest in Antwerpen. Na Theuns kwam de limonadefabrikant Leon Snepvangers hier wonen.” En wat blijkt, als we naar het kadaster kijken? Het ‘derde huis links aan de Ossendrechtseweg vanaf de Putsweg’, op de foto hierboven afgebeeld, ís perceel D209. Oftewel, voor dat Levi Salomon Frank erin woonde was het pand eigendom van zijn broer, óf van zijn vader. 

Als laatste even naar de boerderij van mijn betovergrootouders Fons de Dooij en Cornelia de Vos (zie kwartierstaatnummers 26 en 27). Deze lag aan de Huijbergsebaan te Hoogerheide, en ik probeer te achterhalen hoe oud dit huisje was en hoe lang ze in bezit van de familie de Vos was. Twee percelen aan de Huijbergsebaan zouden de locatie van dit huisje kunnen zijn: D254 en D261. Beide percelen worden in de lijst van eigenaren aangegeven als ‘s Rijks domein’. Van D261 werd gezegd dat het bouwland was, maar aan de straatkant is toch duidelijk bebouwing te zien. En waarom was er daar bouwland in eigendom van de overheid? Wordt ongetwijfeld vervolgd..

devos-kadaster

Originele afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.