Op ‘t randje van de Brabantse Wal

woensdrecht 2

Sinds Watwaswaar per 1 januari dit jaar opgeheven is, staat er een hoop online op de website van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Voor deze serie duik ik in het kadaster over de periode 1811-1832. Welke grond bezaten mijn voorouders? Waar op die grond woonden zij misschien? Aan de hand van de topografische atlas 1836-1843 probeer ik ook uit te leggen wat de “aardrijkskundige context” was van deze grond. Vandaag deel 11 van deze serie: Woensdrecht secties A, E, F & G: de Zuidgeest, de polders en ‘t dorp Woensdrecht zelfKlik hier voor de voorgaande delen en de overzichtskaart

In de polders, secties E en F, niet veel te vinden. Deze waren vooral verdeeld over een paar families die er al lange tijd boerden. Op de Zuidgeest iets meer, maar ‘t viel toch wat tegen. Laten we beginnen met wat markante punten, van wie waren deze in de periode 1811-1832?

(Drie header-afbeeldingen: RHC ‘t Markiezenhof)

kraaijenberg

kraaijenberg2

Kaartje niet richting ‘t noorden gezien! (Afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed)

Zoals hierboven te zien omvatte de Kraaijenberg de percelen A1 t/m A12. Het grootste deel was eigendom van de burgemeester van Halsteren, en een klein stukje van de eigenaar van Hildernisse.

Lauwrijs Testers of zijne erven, burgemeester uit Halsteren

  • A1: heide
  • A2: bouwland
  • A3: hakhout
  • A5: heide
  • A6: hakhout
  • A7: heide
  • A10: bouwland
  • A11: huis, schuur en erf
  • A12: bouwland

Imanuel Bosschaert, rentenier uit Antwerpen

  • A4: bouwland

Jan Baptist Lips, verver uit Bergen op Zoom

  • A8: heide
  • A9: hakhout

schaliehoef

schaliehoef2

Kaartje niet richting ‘t noorden gezien! (Afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed)

Ook de Schaliehoeve lag binnen de gemeente Woensdrecht (zoek op Schaliehoef). Ze was eigendom van Gerard Groffen, afkomstig van de Zuidgeest.

Gerard Groffen, bouwman van de Zuidgeest

  • A51: huis, schuur en erf
hildernisse

Afbeelding: RHC ‘t Markiezenhof

hildernisse2

Links de Schelde, rechts de Brabantse Wal. Kaartje is naar ‘t noorden gezien. (Originele afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed)

hildernisse1

Kaartje is ongeveer naar ‘t oosten gezien. (Afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed)

De vloedboerderij van Hildernisse op de Brabantse Wal tussen de Kraaijenberg en Lindonk is iets unieks. Een restant van een verdronken Zeeuws dorp aan de oostoever van de Schelde, waar ik al eerder over schreef. De boerderij en directe omgeving waren eigendom van een Antwerpse rentenier die ook een perceel bezat op de Kraaijenberg: E., Imanuel of Emanuël Bosschaert. De kans is klein dat hij Hildernisse ook zelf in gebruik had.

E./Emanuël Bosschaert, rentenier uit Antwerpen

  • A123: tuin
  • A124: bakhuis en erf
  • A492: huis, schuur en erf
  • A492a: tuin

Verder met de Zuidgeest. Burgemeester Cuypers uit ‘t deel over het Bergse bos bezat land op de Zuidgeest, ten westen van de Antwerpsestraatweg. Het gedeelte van de Zuidgeest waar hij grond had werd toen ‘de Muspot’ genoemd, en is niet toevallig de huidige locatie van landgoed Mattemburgh. Cuypers was namelijk de oprichter van Mattemburgh, vernoemd naar zijn vrouw. Het kadaster eindigt in 1832, in 1847 werd de villa gebouwd en een begin gemaakt met het landgoed. Misschien was Cuypers al op zoek naar een mooi plekje voor z’n plannen..

P.J. Cuypers uit Bergen op Zoom

de Muspot

  • A186: hakhout
  • A187: hakhout
cuypers

Richting ‘t oosten gezien. (Originele afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed)

Nog een burgemeester van de drie uit de omgeving van de Wildert: Johan Drabbe, of zijn erven althans. Hij bezat zover ik in sectie E kon zien aldaar maar vier percelen, dus dat hij aan de andere kant van de Huijbergsebaan, het Woensdrechtse deel, nog meer grond van de markies gekocht had is logisch.

Johan Drabbe of zijne erven, uit Bergen op Zoom

Zuidgeest

  • A288: weiland
  • A289: weiland
  • A290: weiland
  • A297: bouwland
  • A298: bouwland
  • A299: bouwland
  • A300: bouwland
  • A301: hakhout
  • A306: bouwland
  • A307: bouwland
  • A308: weiland
  • A309: weiland
  • A310: weiland
  • A314: bouwland
  • A315: bouwland

We blijven nog even in de buurt van het gebied uit ‘t artikel over de Wildert. Tegenover het stukje land wat ik daar behandelde, nog boven de Heimolen aan de Huijbergsebaan, bezat de weduwe van ene Jan Linders een huis met wat erf. Ze was de buurvrouw van voornoemde burgemeester Drabbe en ene Martinus Luijks, pastoor van Nispen. Van laatste vraag ik me af of hij de broer is van Francina Luykx, die met haar broer Martinus veel grond bezat in ‘t Bergse bos en in de binnenstad van Berrege.

lindersJ

Afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

de weduwe Jan Linders, uit Zuidgeest

Zuidgeest

  • A311: tuin
  • A312: huis, schuur en erf
  • A312a: huis
  • A313: tuin

Tweede vraag is: wie is deze Jan Linders? Ik heb twee van de drie ‘klassieke’ families Linders uit Bergen op Zoom e.o. onderzocht, maar bij niemand uit die families zijn er aanwijzingen dat hij op de Zuidgeest of op de Heimolen woonde. Een paar hele kleine mogelijkheden:

  • Het gaat om Adrienne Huijbregx, de weduwe van Joannes (Jean) Linders (*Woensdrecht, West-Brabant, 28/10-1764, ✞ Hoogerheide, West-Brabant, 15/2-1812, nummer LW 3-VI). Waarschijnlijk niet: Joannes overleed aan de weg naar Ossendrecht in Hoogerheide en hoewel het allebei in de gemeente Woensdrecht ligt, is dit wel een hele verre uithoek.
  • Het gaat om Christina van den Boom (*Bergen op Zoom, 29/5-1761, ✞ aldaar, 12/3-1830, kwartierstaatnummer 145), de weduwe van Joannes (Jan) Linders (*De Kladde, West-Brabant, 31/10-1759,✞ onbekend, ergens na 1830, kwartierstaatnummer 144 en nummer L2). Jan Linders was hovenier en woonde dus waarschijnlijk ergens rondom Bergen op Zoom, maar niets wijst op de Bergse buitenpoorterij (o.a. bij de dopen van hun kinderen), laat staan op de Woensdrechtse Zuidgeest. Daarbij had de familie duidelijke banden met Halsteren dus denk ik dat men ‘t eerder in die hoek moet zoeken.
  • Derde optie en ook ‘t meest waarschijnlijk: het gaat hier om iemand uit de ‘derde’ familie Linders.
lindersJ2

Afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

Adrianus (Adriaan) van den Eijnden (*Middelbeers, Oost-Brabant, 13/3-1755, ✞ Ossendrecht, West-Brabant, 30/10-1822, nummer V136) kwam ik al eerder tegen in ‘t kadaster bij Hoogerheide. Hij bezat daar een weiland helemaal op ‘t randje van de Brabantse Wal. Niet ver daar vandaan, op ‘t dorp Woensdrecht had hij een huis, en in de nabijgelegen Prins Karelpolder bezat de smid nog een weiland wat akkers. De Prins Karelpolder is het polder gebied tussen de Brabantse Wal bij Woensdrecht en die bij Lindonk, ten noorden van het dorp. De grond van Adriaan lag aan de Langeweg die van ‘t dorp naar de Oude Zeeuwseweg loopt. Leuk is dat deze weg ook tweehonderd jaar geleden al Langeweg genoemd werd op de kaarten.

Adriaan van den Eijnden, smid uit Woensdrecht

Prins Karelpolder

  • G19: weiland
  • G27: bouwland

Woensdrecht

  • G438: tuin
  • G439: huis, schuur en erf
  • G501: bouwland
  • G502: tuin
  • G528: hakhout
  • G529: bouwland
eijnden

Originele afbeelding: Google.

In dezelfde Prins Karelpolder vond ik nog iemand uit ‘t artikel over Hoogerheide terug: Salomon Nathan Frank (*Stabroek, Antwerpen, België, 2/12-1796, ✞ Woensdrecht, West-Brabant, 9/2-1879). Zijn grond lag meer richting de afslag Hoogerheide aan de A58/A4.

Salomon Nathan Frank, koopman uit Hoogerheide

Prins Karelpolder

  • G93: bouwland
frank

Originele afbeelding: Google.

Bijna aanbeland bij ‘t dorp kom ik voor ‘t eerst directe voorouders tegen. Om te beginnen met Bartholomeus Linders (*Woensdrecht, West-Brabant, 11/10-1758, ✞ aldaar, 12/1-1842, kwartierstaatnummer 96 en nummer LW4). Hij bezat een huis met erf en ‘n tuin in een gebied genaamd ‘de Bosschen’ ten oosten van het dorp.

Bartholomeus Linders, arbeider uit Woensdrecht

de Bosschen

  • G207: huis en erf
  • G208: tuin
linders3

Originele afbeeldingen: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed en Google.

Op het kaartje hierboven is rechtsonder ‘Nederheide’ te lezen. Onder het toponiem Neerheide wordt deze straat vermeld in het kadaster. De straat vormt nu de grens tussen Woensdrecht en Hoogerheide, maar ik weet niet of dit in 1811 ook al zo was. Aan die straat had Adriaan van Opdorp een huis, en ervan uitgaande dat men in die tijd pas op latere leeftijd grond in eigendom kreeg i.p.v. dit te huren of pachten, denk ik dat het hier gaat om mijn voorouder Adrianus (Adriaan) van Opdorp (*Essen-Wildert, Antwerpen, België, 5/5-1759, ✞ Woensdrecht, West-Brabant, 9/11-1837, kwartierstaatnummer 444). Ik wist reeds dat Adriaan bij zijn overlijden in 1837 woonde op het adres A40 te Woensdrecht, maar of dit hetzelfde huis betreft als perceel G306 weet ik niet zeker. Het huisnummer van dit perceel in 1849 weet ik wel, daarover verderop meer.

Adriaan van Opdorp, arbeider uit Woensdrecht

de Neerheide

  • G306: huis en erf
  • G307: tuin
opdorpvanA3

Originele afbeeldingen: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed en Google.

De buurman links van Adriaan was zijn zoon Cornelis van Opdorp (*Woensdrecht, West-Brabant, 3/3-1795, ✞ aldaar, 17/8-1846, kwartierstaatnummer 222). Het toponiem van ‘t stuk waar zijn huis onder viel was net anders, maar de afstand is vrij klein. Het lijkt erop dat Cornelis zijn huis zelf bouwde, gezien de ‘a’ en ‘b’ achter het nummer van zijn perceel, en het huis lijkt later bijgetekend te zijn op de kaart.

Cornelis van Opdorp, uit Woensdrecht

de Molenakkers

  • G407a: bouwland
  • G407b: huis en erf
opdorpvanC

Originele afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

Aanwijzingen dat de familie ook echt in hun huisjes woonde vond ik in ‘t bevolkingsregister van 1849. Van Anna Catharina Hendrickx (*Ekeren-Witven, Antwerpen, België, 2/2-1765, ✞ Woensdrecht, West-Brabant, 11/10-1852, kwartierstaatnummer 445) wist ik dat zij overleed op het adres A130. In 1849 stonden op dat adres ingeschreven Martien van Dijk (schoonzoon, *1809) met zijn vrouw Joanna van Opdorp (dochter, *1803), hun kinderen en Anna Catharina Hendrickx. Oma woonde dus in.

In huis A129, één ervoor, woonde toen Adriaan Adriaansen (*Ossendrecht, West-Brabant, 16/6 of 16/7-1821, ✞ Hoogerheide, West-Brabant, 18/2-1902, kwartierstaatnummer 110) en zijn vrouw Johanna van Opdorp (*Woensdrecht, West-Brabant, 1/4-1828, ✞ gemeente Woensdrecht, 23/2-1914, kwartierstaatnummer 111). Johanna was een dochter van Cornelis van Opdorp, de zoon van Adriaan en Anna Catharina, en de zwager van Martien van Dijk. Zij woonden op A129 met hun kinderen en met Anna Catharina Boogers (*Essen-Horendonk, Antwerpen, België, 15/11-1787, ✞ Woensdrecht, West-Brabant, 18/10-1850, kwartierstaatnummer 223). Anna Catharina was Johanna’s moeder, haar man Cornelis van Opdorp was reeds in 1846 overleden.

Op een rijtje: het oudste huis, rechts, had nummer G306 in het kadaster en was adres A130 in 1849. Daarin woonde Adriaan van Opdorp en later zijn schoonzoon Martien van Dijk en dochter Joanna. Het huis links daarnaast werd gebouwd door Adriaans zoon Cornelis. Het had nummer G407b in het kadaster en huisnummer A129 in 1849. Na de dood van Cornelis woonde er zijn schoonzoon Adriaan Adriaansen in met dochter Johanna. Leuk detail: hun dochter Nel Adriaansen, mijn bet-betovergrootmoeder, woonde dus ‘t eerste jaar van haar leven met oma, en de eerste drie jaar van haar leven met haar overgrootmoeder als buurvrouw..

opdorp

De situatie in 1849: de voorouders in een groen vakje woonden op A130/G306, die in een rood vakje op A129/G407b.

opdorp5

Afbeelding: Bevolkingsregister Woensdrecht 1849/RHC ‘t Markiezenhof

Aan de Woensdrechtse Dorpstraat had mijn voorouder Jan Baptist Mertens (hier vermeld als Martens, *Ekeren, Antwerpen, België, 1749 of 1750, ✞ Woensdrecht, West-Brabant, 14/8-1828, kwartierstaatnummer 156) zijn huis.

Jan Baptist Martens, arbeider uit Woensdrecht

Woensdrecht

  • G447: tuin
  • G448: huis en erf
martens

Het huis van Jan Baptist Mertens. Boven is de Stompe Toren te zien, met het kleinere kerkgebouwtje erachter. (Originele afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed)

Als laatste in dit rijtje gaan we nog iets verder de Dorpsstraat in, naar het kruispunt Dorpsstraat/Rijzendeweg. Twee huizen, een schuur en twee tuinen op die hoek waren eigendom van Adrianus (Adrjan) Linders (*Woensdrecht, West-Brabant, 18/11-1761, ✞ aldaar, 14/3-1843, nummer LW5), een broer van Bartholomeus Linders van eerder in dit artikel.

Adriaan Linders, arbeider uit Woensdrecht

Woensdrecht

  • G467: huis en erf
  • G468: tuin
  • G483: tuin
  • G483a: bouwland
  • G484: huis, schuur en erf
lindersA

Originele afbeelding: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

lindersA2

Zicht op ‘de hoek van Adriaan Linders’ begin 20e eeuw. Beide kerktorens op deze ansichtkaart bestaan niet meer; de rechter moest nog gebouwd worden in de tijd van het kadaster. (Afbeelding: Hoogerheide en Woensdrecht in oude ansichten, H. Jacobs, L.W. Lijmbach, Europese Bibliotheek Zaltbommel)

Kaarten: Zeeland in 1580 en 1812

kaartje1

Ik blijf nog heel even kaartjes maken. In 1546, óf in 1560, óf in 1580, vlak vóór de 80-jarige oorlog, maakte beroemd kaartenmaker Jacob van Deventer een kaart van ‘t gewest Zeeland en omgeving. Toen ik net bekend raakte met geschiedenis leerde ik deze kaart al kennen; ze viel me vooral op omdat bij ‘t dorp waar ik opgroeide, Halsteren, twee puntjes stonden die ik niet kende, Polder en S. Quirijn. Op Polder kom ik subiet terug, maar met S. Quirijn wilde Van Deventer simpelweg de kapel voor Sint-Quirinus, de tweede beschermheilige van Halsteren naast Sint Maarten, aanduiden.

Deze gedetailleerde en ook goed leesbare kaart van de Zeeuwse eilanden leek me een mooi vervolg op ‘t kaartje van de bevolkingsgroei in West-Brabant die ik hiervoor maakte: daarop was als men goed keek te zien dat ‘t relatieve aantal gemeenten in Zeeland veel groter was, en de gemeenten waren kleiner. De kleigronden waren natuurlijk van oudsher ‘meer waard’ dan de Brabantse zand-, bos- en heidegronden en dus dichter bevolkt. Vergelijk bovenstaande kaart ‘ns met de kaart hieronder, die de gemeenten van Zeeland weergeeft in 1812 (bewerkt naar gegevens uit de databank van Hic Sunt Leones)

2

Allereerst wat over Jacob van Deventer. Hij werd waarschijnlijk geboren in Kampen (Overijssel) rond 1500/1505, en studeerde vanaf 1520 aan de Universiteit van Leuven. Hij overleed te Keulen in 1575, wat aannemelijk maakt dat de ingekleurde kaart die ik gebruikte voor mijn ‘remake’ zelf ook een remake is, en dan waarschijnlijk van deze kaart. Van Deventer maakte veel kaarten en plattegronden, vooral van steden in de Nederlanden. Hieronder zal ik aan de hand van de ingekleurde versie wat verder uitweiden over dingen die mij opvielen bij ‘t bewerken van Van Deventers kaart.

 

Wat opvalt aan de kaart in z’n algemeen: ze is gemaakt vóór de 80-jarige oorlog begon: de Republiek bestond nog niet en Zeeland was nog katholiek. Da’s ook goed te zien aan de kloosters die Van Deventer heeft aangeduid. Vlaanderen en Brabant hebben dezelfde kleur om één of andere reden, maar Wulpen en Biervliet, twee eilandjes in de Westerschelde, hebben dan weer hun eigen kleur.

kaartje 3

Goedereede

Ik dacht eigenlijk dat Goeree (of Goedereede) alleen de naam van het eiland was, maar er ligt ook een gelijknamige stad op! Belangrijk detail is dat Goeree-Overflakkee door Van Deventer tot Zeeland werd gerekend (maar niet helemaal, zie Bommenede en Sommelsdijk). Ik weet dat in ieder geval de Zeeuwen en Flakkeeërs nogal wat strijd hebben, maar feitelijk is het eiland meer Zeeuws dan wat anders. Kijk bijvoorbeeld ‘ns naar Goeree’s Wikipedia-artikel“Goedereede (Zeeuws: Goeree) is een stad en voormalige gemeente in de Nederlandse provincie Zuid-Holland”.

goeree

Bommenede en Sommelsdijk

Allereerst Bommenee: een verdronken stad à la Reimerswaal. Het lag op het noordelijkste puntje van Schouwen, maar was Hollands gebied tot de Staten van Holland beseften dat ze wel erg veel geld moesten inleggen om de stad droog te houden en ze in 1687 overdroeg aan Zeeland. Bommenede was wel tot in de 19e eeuw een eigen gemeente! Hetzelfde verhaal maar dan omgekeerd gaat over Sommelsdijk, op de kaart aangegeven als ‘Somerdijck’. Dit dorp op Flakkee hoorde juist van oudsher weer bij Zeeland. Een aantal van mijn Thoolse en Reimerswaalse voorouders woonden tijdelijk in Sommelsdijk, voornamelijk om werkzaam te zijn in de meekrapteelt. Mijn voorvader Marinus Philips Camhoot bijvoorbeeld (1642-1677, zie kwartierstaatnummer 6766) of mijn voorvader Job Kerpel (1690-, zie kwartierstaatnummer 1692). Zij werden er zelfs geboren. Van Deventer (of diegene die zijn kaart rond 1580 heeft ingekleurd) mag dan Goeree en Overflakkee dezelfde kleur gegeven hebben als Zeeland, hij was schijnbaar wel op de hoogte van deze twee enclaves, want rondom Bommenede en Sommelsdijk tekende hij een klein stippellijntje.

sommelsdijk

Voorne-Putten

Eiland of waard (zijn ze volgens mij niet helemaal over uit) ten zuiden van Rotterdam. Onder anderen Den Briel ligt erop, de stad die Alva op één april verloor. Verwarrend was dat Van Deventer zowel Voorne-Putten als Flakkee aanduidde met “Voorn”. Dat wordt weer verklaard uit ‘t gegeven dat Goeree, het eiland waar Goedereede en Ouddorp op liggen, vroeger werd aangeduid als Westvoorne. Waarom weet ik niet, maar het maakt wel aannemelijk dat Flakkee dan “Oostvoorne” of iets van die strekking genoemd werd.

Dordrecht

Vraagje aan de locals. Ik heb Dordrecht eigenlijk van mijn eigen bewerking afgesneden, maar op Van Deventers originele kaart is het goed te zien: de stad staat bijna in z’n geheel onder water. Was dat echt zo? Ik dacht altijd dat Dordrecht tot ver in de gouden eeuw één van de meest bloeiende steden van Holland was! Stuur mij even ‘n berichtje als u meer weet.

dordrecht

Raamsdonk

Onderstaand inzetje kan ik prima lezen: het is ongeveer het gebied wat nu zo’n beetje geldt als “poort naar de Biesbosch”. In de Biesbosch lagen trouwens ook dorpjes vroeger (volgens de overlevering zelfs “72 parochies”, maar de verdronken dorpjes zijn niet aangegeven zoals in bijvoorbeeld in verdronken land van Zuid-Beveland (zie verderop deze pagina). Dat komt waarschijnlijk omdat de Biesbosch al in 1421 volliep, simpelweg te lang geleden om herinnert te worden. Bon, hieronder staan dus “S Geertrudenberge”, Geertruidenberg, “Waspijck”, Waspik, “Oisterhout”, Oosterhout en “Houte”, Den Hout (overigens het dorpje wat maakt dat Oosterhout Oosterhout heet). Bovenin zien we, aan “doude Maes”, Raemsdonc liggen, maar wat ligt eronder? Is dat een klooster?

raamsdonk

Op onderstaande uitsnede van de zwart-wit-variant is het wat beter te lezen: “Chartusers”..

raemsdonc

Onser Vrou op See

Was een kapel in de duinen van Schouwen, bij Renesse. Zij werd in de 15e en 16e eeuw gebruikt als een soort strafbedevaartsplaats door de stad Zierikzee. Rond te tijd dat deze kaart getekend werd ging ‘t kapelletje ten onder aan zandverstuivingen. (Bron: Meertens Instituut)

onser vrou op see

Westenschouwen

Lijkt een geografische aanduiding, maar dit is daadwerkelijk een dorpje bij de Schouwense duinen. In 1816 werd de gemeente als opgeheven, ze valt tegenwoordig onder Burgh-Haamstede. Over Westenschouwen en haar in 1845 afgebroken kerktoren bestaat een mooie legende, met in de hoofdrol een zeemeermin. De duinen van Schouwen hebben trouwens sowieso mijn interesse, ze zijn erg breed en de landschappen doen niet erg Zeeuws aan. Ze zijn zelfs zó breed dat men er vroeger ook in woonde: kijk maar naar de familie Beijers van Voxdael, de voorouders van Cathelijne Beyers uit Wuustwezel (1641-1694, kwartierstaatnummer 4279). Die familie kwam via Ossendrecht uit het ‘Voxdael’ (vrij vertaald Vossendal), “een half uur gaans van Heemstede”, waar ze in de 14e eeuw woonde. Dat moet ergens hier geweest zijn.

westenschouwen

Bossen_bij_WestenschouwenBossen en een ven bij Westenschouwen. Dit plaatje zou men eerder van de Brabantse Wal verwachten dan van Schouwen, niet? (Afbeelding: Lymantria/Wikimedia Commons)

Oisterstein

Geen dorp maar een oud kasteel, gelegen bij Oosterland op Duiveland, waarvan de vroegste delen rond 1360 gebouwd werden.

oisterstein

Sint-Philipsland en Moggershil

Aangeduid als “Phs landt”, was één van de verdronken dorpen rond Tholen die rond 1600 herbedijkt en opnieuw bevolkt werden. Bijvoorbeeld door het echtpaar Arent Rochusse Steen (1649-1722, kwartierstaatnummer 6682) en Janneken Aelbrechts van de Luijster (*1647, kwartierstaatnummer 6683). Hij kwam uit Kapelle en zij uit Biezelinge. Op die schaal is dat nooit gebeurd bij ‘t nabijgelegen Moggershil. Dit dorpje wat voor ‘t eerst in 1440 in de archieven voorkomt verdrinkt waarschijnlijk bij de Allerheiligenvloed van 1570, maar komt nog tot 1631 op kaarten voor als een dorp op het land. Mijn voorouder Gillis Jobs (*rond 1555, kwartierstaatnummer 53.988) werd in Moggershil geboren.

flupland

Stavenisse

Bij Stavenisse ging ‘t ongeveer hetzelfde als bij Sint Philipsland en Noord-Beveland, alleen kwamen op de herbedijking van laatste veel buitenlandse immigranten af. Ik heb best wel wat voorouders in Stavenisse, maar bijna niet vóór 1600. Ze kwamen bijvoorbeeld uit Oud-Beijerland (Arent Stoutkensdijck, kwartierstaatnummer 26.928), ‘t naburige Scherpenisse (Neeltje Jacobse Priem, kwartierstaatnummer 26.931), Sint-Maartensdijk (Abel Abels, kwartierstaatnummer 26.956) of Woensdrecht (Hendrik Cornelisz Steendijk, kwartierstaatnummer 13.496). Bij ‘t maken van de kaart stond Stavenisse nog onder water, maar ze was nog niet vergeten..

Stavenisse

Westkerke

Er zijn veel Westkerke’s in Zeeland en Vlaanderen. Eén daarvan is Westkerke onder Scherpenisse. Er is weinig meer van over, wat rest zijn een vliedberg (of terp, werve, wierd, zo u wilt) over, die al bestond rond het jaar 1000 (!), een paar huizen en een adellijk geslacht. Opvallend: Westkerke zou tot 1816 een zelfstandige gemeente zijn geweest, maar was volgens andere bronnen (die ik gebruikt heb voor het kaartje van Zeeuwse gemeenten bovenaan) al bij de vorming van de Nederlandse gemeenten in 1812 deel van Scherpenisse.

westkercke

‘s-Heer Boudewijnspolder of Polre

Een verdronken dorp bij Halsteren waar bijna niemand meer vanaf weet. Het lag in de huidige Auvergnepolder tussen Halsteren en Tholen. Ik wil u allemaal aanraden om het boek “Polre” van P.J.M. van de Watering te lezen, hoe het begin en einde van dit dorpje tot op elk detail is gereconstrueerd. De Auvergnepolder werd, samen met de Glymespolder (beiden vernoemd naar Bergse markiezen) in de 18e eeuw opnieuw ingepolderd.

polre

Hildernisse

Op het mooiste plekje van de Brabantse Wal ligt een unieke vloedboerderij, een laatste restant van Hildernisse; een verdronken dorp dat een Zeeuwse enclave vormde op de Brabantse oostkust van de Oosterschelde. 

hildernisse

Verdronken land van Zuid-Beveland

Over Reimerswaal, haar omgeving en hun treurige lot zou je een boek kunnen schrijven. Daarom wil ik er niet te diep op ingaan, maar ‘t beperken tot de naampjes op de kaart en mijn voorouders uit het verdronken land.

Leuk aan deze kaart is dat de dorpen in het verdronken land apart aangeduid zijn: we zien Couwerue (Couwerve), Lodijck (Lodijke), Reijmerswale (Reimerswaal), Yrsukeroirt (Yersekeroort), Duuene (Duvenee), Nieukerke (Nieuwkerke), Brouc (Brouck), Creek (Kreke), Tolsende (Tolseinde), Nieulande (Nieuwlande), Steenbleij (Steenvliet), Crabbendijck (kennen we nog steeds als Krabbendijke), Scodee (Schoudee), Oweringe (Overinge?), Ewerswart (Everswart), Maren (Maire), Rijlandt (Rilland), Inckelenoirt (Hinkelenoord bij Woensdrecht), tBadt (Bath) en Agger. In mijn stamboom zijn enkele voorouders te zien die uit Reimerswaal vluchtte toen deze stad door meerdere watersnoodrampen ten onder ging. Bijvoorbeeld: Jan Jobse Cerpel (kwartierstaatnummer 13.536). Geboren rond 1600 te Reimerswaal, huwde in 1630 te Sommelsdijk, maar woonde waarschijnlijk grootste deel van de tijd in Tholen. Leentken Cornelis (kwartierstaatnummer 12.751), kwam uit Reimerswaal en huwde in 1606 met de Oosterhoutse pottenbakker Adriaen Vetten. Zij woonden in Bergen op Zoom. De kinderen van het echtpaar Jacob Moeijelijcker en Willemken Willems (kwartierstaatnummers 13.520 en 13.521) kwamen vanuit Reimerswaal terecht in Tholen. Herman Heijnericksz van Gulijck (kwartierstaatnummer 53.982) vluchtte in 1615 met zijn vrouw Anna uit Reimerswaal naar Scherpenisse, waar hij zijn beroep als schipper voortzette. Of Clement Lievense Mol (kwartierstaatnummer 13.528) en Adriaen Jans Camhoot (kwartierstaatnummer 27.064), die allebei rond 1600 uit Reimerswaal in Tholen terecht kwamen. 

Opvallend is dat ik nog nooit een “vluchteling” gezien heb die uit één van de verdronken dorpen kwam, er wordt bijna altijd enkel Reimerswaal aangegeven. Echter, er is een aanwijzing die ik kan benoemen. Die ligt bij mijn voorouder David de Jonge (*Goes, rond 1600, overleden te Colijnsplaat, 1645, kwartierstaatnummer 11.958). Hij was een zoon van kleermaker Sacharias de Jonge (*Breda, poorter van Goes in 1594) en Maijcken Cornelisdr. van Duvenee. Zij waren op 13 september 1587 gehuwd te ‘s-Heer Arendskerke. In haar achternaam zien we Duvenee, een van de verdronken dorpen ten oosten van Yerseke. Overigens heb ik in hun familie geen daadwerkelijke geboorten gezien in dat dorp: haar vroegst bekende voorvader (overgrootvader) Cornelis van Duvenee (kwartierstaatnummer 191.336) werd geboren rond 1485. Hij was schepen te Goes (1507-1510), burgemeester van Goes (1513-1516), “zangmeester van de zeven getijden” en dijkgraaf bewesten Yerseke. En dat laatste is dus geen verdronken land.

reimerswaal

Ten slotte zijn er nog een paar mooie herinneringen aan deze onbekende dorpen over: ingekleurde tekeningen van beeldbepalende kerken en kastelen gemaakt in ‘t begin van de 17e eeuw.

brouck

Brouck of “Den Brouek” in 1624. (Afbeelding: Zeeuws Archief)

yersekeroirt

Het tolhuis van “Yersickeroirt”, wat ongeveer ter hoogte van de huidige Bergse Plaat lag. Tekening uit 1625. (Afbeelding: Zeeuws Archief)

1607 Reimerswaal

Zicht op Reimerswaal in 1607. (Afbeelding: Zeeuws Archief)

1613 nieuwkerke

Nieuwkerke in 1613. (Afbeelding: Zeeuws Archief)

1614 duvenee kerk

Ruïnes van de kerk van Duvenee in 1614. (Afbeelding: Zeeuws Archief)

1615 couwerve

Ruïnes van waarschijnlijk de kerk van Couwerve in 1615. (Afbeelding: Zeeuws Archief)

1616 tolseinde

Tolseinde in 1616. (Afbeelding: Zeeuws Archief)

1623 Steenvliet

Steenvliet in 1623. (Afbeelding: Zeeuws Archief)

everswart kerk 1620

Ruïnes van de kerk van Everswart in 1620. (Afbeelding: Zeeuws Archief)

kreke kerk 1623

Ruïnes van de kerk van Kreke in 1623. (Afbeelding: Zeeuws Archief)

nieuwlande 1617

Nieuwlande in 1617. (Afbeelding: Zeeuws Archief)

schoudee 1619

Schoudee in 1619. (Afbeelding: Zeeuws Archief)

vinckenisse 1621

Vinckenisse in 1621. (Afbeelding: Zeeuws Archief)

bath

De toren van Bath, getekend aan de noordzijde en de oostzijde, in 1631-1636 door Claes Jansz. Visscher. (Afbeelding: Rijksmuseum Amsterdam/Zeeuwse Bibliotheek)

Valkenisse

Valkenisse aan de Westerschelde en Nieuwlande, in het stukje hierboven genoemd, waren twee verdronken dorpen die in 1812 nog hun eigen gemeente ‘kregen’. Nieuwlande werd in 1816 bij Krabbendijke gevoegd. Valkenisse had een net wat andere geschiedenis dan andere verdronken dorpen in ‘t gebied: de Allerheiligenvloed van 1570 had tot gevolg dat het dorp aan de oostkust van Zuid-Beveland kwam te liggen: Rilland-Bath e.o. waren immers overstroomd. Bij een stormvloed van 1682 verging ook Valkenisse, maar een deel van de polders bleef bespaard en zo bleef ook de gemeente voortbestaan. In 1816 werd de gemeente toegevoegd aan Waarde; toch werd in 1846 het inwonertal nog als tachtig vermeld.

valckenisse

Honte

De Honte” is, in de bekendste uitleg, simpelweg een oude benaming voor de Westerschelde. Pas rond 1500 werd de Westerschelde de hoofdverbinding tussen de Schelde bij Antwerpen en de Noordzee, iets wat erg belangrijk was voor omliggende dorpen en steden. Zo raakte Bergen op Zoom bij ‘t ‘verplaatsen’ van de hoofdarm van de Schelde in verval. Merk op hoe Van Deventer de Oosterschelde “Scaldis fl.” noemt, waarmee hij ze benoemde als ‘hoofdloop’ van de Schelde door Zeeland.

honte

Kwadendamme

Deze katholieke enclave in de ‘zak van Zuid-Beveland’ staat nog niet op deze kaart. Het is zelfs nooit een gemeente geweest: we moeten het plaatsen bij Oidekeskercke/Hoedekenskerke. Toch wil ik dit dorp graag benoemen, ten eerste omdat het wat vreemd is dat dit dorpje niét op Van Deventers kaart staat, ten tweede omdat het in de geschiedenis niet makkelijk geweest moet zijn een katholiek dorp staande te houden in dit deel van Zeeland en ten derde omdat Kwadendamme de “opvolger” zou zijn van een verdronken dorp aan de oostkant van de dijk: Oostende. Dit eigendraadse dorp kent u misschien tegenwoordig van de tropische dierentuin, de stroomtrein, ‘t lokale bier, of het bluesfestival.

oidekeskercke

Sinoutskerke en Baarsdorp

Deze twee dorpjes ten zuidwesten van Goes staan op de kaart aangeduid als “Baersdorp en Sinout.”. Zij vormden tussen 1812 en 1816 (fuseerde toen met ‘s-Heer Abtskerke) een eigen ‘duogemeente’. Ze hebben nog iets gemeen: beiden hadden een klein, stokoud gotisch kerkje dat al lang geleden werd afgebroken (die van Baarsdorp in 1870, die van Sinoutskerke in 1906 na een grote brand, maar wel op de foto is gezet.

baersdorp

Sinoutskerke

De kerk van Sinoutskerke in 1887.

baarsdorp

De kerk van Baarsdorp vóór 1870 (!)

Stuivezand

Verdronken eiland in de Westerschelde ten zuiden van Baarland, waar bijzonder weinig over bekend is. De geschiedenis moet ongeveer hetzelfde zijn geweest als die van Orisand. 

stuuesant

Orisant

Dit verdronken eiland lag in de Oosterschelde, tussen Noord-Beveland en Schouwen. Dit eiland was al zo’n zeventig jaar in de golven verdwenen toen de vrouw van Willem van Oranje in 1598 op ‘t idee kwam om het opnieuw in te dijken, net als bij Noord-Beveland, Sint-Philipsland en Stavenisse gebeurde op dat moment. In 1602 werd ermee begonnen, maar het was geen succes. In 1639 waren alle nieuwe inwoners alweer vertrokken. Een paar van die inwoners moeten mijn voorouder Grietken Roelandse (*Orisand, rond 1617, overleden te Colijnsplaat, 1652, kwartierstaatnummer 5959) en haar ouders Roelandt Cornelissen en Anneken Jooris geweest zijn. Er bestaat een mooie website over dit bijna vergeten eiland.

orisand

Wulpen

Nog zo’n eiland is Wulpen, één van drie eiland voor de Zeeuws-Vlaamse kust die rond 1570 in de Noordzee verdwenen. Misschien is ‘t achteraf gezien wel erg bijzonder dat dit eiland zich überhaupt staande wist te houden in open zee. Wulpen was erg oud, het werd al vermeld in 1049, en zou zelfs de plek zijn waar in de negende eeuw een slag met de vikingen plaatsvond. “Breskein” op het inzetje hieronder is tegenwoordig beter bekend als Breskens.

wulpen

Sint-Anna-ter-Muiden

Ik schreef al eerder over de kleinste stad van Nederland (bij mijn voorouder Alette Schilleman, zie kwartierstaatnummer 749) en ben er twee jaar geleden ook even wezen kijken. Opmerkelijk is dat op de kaart van Van Deventer twee steden worden afgebeeld, even groot, aan weerszijden van het water: Muijen en Sluijs. Sint-Anna-ter-Muiden mag dan stadsrechten hebben, het was nooit even groot als Sluis en iemand heeft dan ook getracht om Sluis door te halen (het lijkt wel tippex). Wil de (her)tekenaar van deze kaart dat we Muijen als Sluijs zien? 

 sintannatermuiden

Oorderen en Oordam

Ik schrijf deze stukjes van links naar rechts, dus we schuiven even helemaal terug op richting Antwerpen. Hier zien we, tussen Lillo en Ekeren, niet het in de jaren ’60 gesloopte polderdorp Oorderen, maar Oordam, een beetje de tweelingzus van Oorderen aan de Schelde. Op de zwart-wit-versie van deze kaart staat Oorderen wél aangegeven.

oorderen