Ik blijf nog heel even kaartjes maken. In 1546, óf in 1560, óf in 1580, vlak vóór de 80-jarige oorlog, maakte beroemd kaartenmaker Jacob van Deventer een kaart van ‘t gewest Zeeland en omgeving. Toen ik net bekend raakte met geschiedenis leerde ik deze kaart al kennen; ze viel me vooral op omdat bij ‘t dorp waar ik opgroeide, Halsteren, twee puntjes stonden die ik niet kende, Polder en S. Quirijn. Op Polder kom ik subiet terug, maar met S. Quirijn wilde Van Deventer simpelweg de kapel voor Sint-Quirinus, de tweede beschermheilige van Halsteren naast Sint Maarten, aanduiden.
Deze gedetailleerde en ook goed leesbare kaart van de Zeeuwse eilanden leek me een mooi vervolg op ‘t kaartje van de bevolkingsgroei in West-Brabant die ik hiervoor maakte: daarop was als men goed keek te zien dat ‘t relatieve aantal gemeenten in Zeeland veel groter was, en de gemeenten waren kleiner. De kleigronden waren natuurlijk van oudsher ‘meer waard’ dan de Brabantse zand-, bos- en heidegronden en dus dichter bevolkt. Vergelijk bovenstaande kaart ‘ns met de kaart hieronder, die de gemeenten van Zeeland weergeeft in 1812 (bewerkt naar gegevens uit de databank van Hic Sunt Leones)
Allereerst wat over Jacob van Deventer. Hij werd waarschijnlijk geboren in Kampen (Overijssel) rond 1500/1505, en studeerde vanaf 1520 aan de Universiteit van Leuven. Hij overleed te Keulen in 1575, wat aannemelijk maakt dat de ingekleurde kaart die ik gebruikte voor mijn ‘remake’ zelf ook een remake is, en dan waarschijnlijk van deze kaart. Van Deventer maakte veel kaarten en plattegronden, vooral van steden in de Nederlanden. Hieronder zal ik aan de hand van de ingekleurde versie wat verder uitweiden over dingen die mij opvielen bij ‘t bewerken van Van Deventers kaart.
Wat opvalt aan de kaart in z’n algemeen: ze is gemaakt vóór de 80-jarige oorlog begon: de Republiek bestond nog niet en Zeeland was nog katholiek. Da’s ook goed te zien aan de kloosters die Van Deventer heeft aangeduid. Vlaanderen en Brabant hebben dezelfde kleur om één of andere reden, maar Wulpen en Biervliet, twee eilandjes in de Westerschelde, hebben dan weer hun eigen kleur.
Goedereede
Ik dacht eigenlijk dat Goeree (of Goedereede) alleen de naam van het eiland was, maar er ligt ook een gelijknamige stad op! Belangrijk detail is dat Goeree-Overflakkee door Van Deventer tot Zeeland werd gerekend (maar niet helemaal, zie Bommenede en Sommelsdijk). Ik weet dat in ieder geval de Zeeuwen en Flakkeeërs nogal wat strijd hebben, maar feitelijk is het eiland meer Zeeuws dan wat anders. Kijk bijvoorbeeld ‘ns naar Goeree’s Wikipedia-artikel: “Goedereede (Zeeuws: Goeree) is een stad en voormalige gemeente in de Nederlandse provincie Zuid-Holland”.
Bommenede en Sommelsdijk
Allereerst Bommenee: een verdronken stad à la Reimerswaal. Het lag op het noordelijkste puntje van Schouwen, maar was Hollands gebied tot de Staten van Holland beseften dat ze wel erg veel geld moesten inleggen om de stad droog te houden en ze in 1687 overdroeg aan Zeeland. Bommenede was wel tot in de 19e eeuw een eigen gemeente! Hetzelfde verhaal maar dan omgekeerd gaat over Sommelsdijk, op de kaart aangegeven als ‘Somerdijck’. Dit dorp op Flakkee hoorde juist van oudsher weer bij Zeeland. Een aantal van mijn Thoolse en Reimerswaalse voorouders woonden tijdelijk in Sommelsdijk, voornamelijk om werkzaam te zijn in de meekrapteelt. Mijn voorvader Marinus Philips Camhoot bijvoorbeeld (1642-1677, zie kwartierstaatnummer 6766) of mijn voorvader Job Kerpel (1690-, zie kwartierstaatnummer 1692). Zij werden er zelfs geboren. Van Deventer (of diegene die zijn kaart rond 1580 heeft ingekleurd) mag dan Goeree en Overflakkee dezelfde kleur gegeven hebben als Zeeland, hij was schijnbaar wel op de hoogte van deze twee enclaves, want rondom Bommenede en Sommelsdijk tekende hij een klein stippellijntje.
Voorne-Putten
Eiland of waard (zijn ze volgens mij niet helemaal over uit) ten zuiden van Rotterdam. Onder anderen Den Briel ligt erop, de stad die Alva op één april verloor. Verwarrend was dat Van Deventer zowel Voorne-Putten als Flakkee aanduidde met “Voorn”. Dat wordt weer verklaard uit ‘t gegeven dat Goeree, het eiland waar Goedereede en Ouddorp op liggen, vroeger werd aangeduid als Westvoorne. Waarom weet ik niet, maar het maakt wel aannemelijk dat Flakkee dan “Oostvoorne” of iets van die strekking genoemd werd.
Dordrecht
Vraagje aan de locals. Ik heb Dordrecht eigenlijk van mijn eigen bewerking afgesneden, maar op Van Deventers originele kaart is het goed te zien: de stad staat bijna in z’n geheel onder water. Was dat echt zo? Ik dacht altijd dat Dordrecht tot ver in de gouden eeuw één van de meest bloeiende steden van Holland was! Stuur mij even ‘n berichtje als u meer weet.
Raamsdonk
Onderstaand inzetje kan ik prima lezen: het is ongeveer het gebied wat nu zo’n beetje geldt als “poort naar de Biesbosch”. In de Biesbosch lagen trouwens ook dorpjes vroeger (volgens de overlevering zelfs “72 parochies”, maar de verdronken dorpjes zijn niet aangegeven zoals in bijvoorbeeld in verdronken land van Zuid-Beveland (zie verderop deze pagina). Dat komt waarschijnlijk omdat de Biesbosch al in 1421 volliep, simpelweg te lang geleden om herinnert te worden. Bon, hieronder staan dus “S Geertrudenberge”, Geertruidenberg, “Waspijck”, Waspik, “Oisterhout”, Oosterhout en “Houte”, Den Hout (overigens het dorpje wat maakt dat Oosterhout Oosterhout heet). Bovenin zien we, aan “doude Maes”, Raemsdonc liggen, maar wat ligt eronder? Is dat een klooster?
Op onderstaande uitsnede van de zwart-wit-variant is het wat beter te lezen: “Chartusers”..
Onser Vrou op See
Was een kapel in de duinen van Schouwen, bij Renesse. Zij werd in de 15e en 16e eeuw gebruikt als een soort strafbedevaartsplaats door de stad Zierikzee. Rond te tijd dat deze kaart getekend werd ging ‘t kapelletje ten onder aan zandverstuivingen. (Bron: Meertens Instituut)
Lijkt een geografische aanduiding, maar dit is daadwerkelijk een dorpje bij de Schouwense duinen. In 1816 werd de gemeente als opgeheven, ze valt tegenwoordig onder Burgh-Haamstede. Over Westenschouwen en haar in 1845 afgebroken kerktoren bestaat een mooie legende, met in de hoofdrol een zeemeermin. De duinen van Schouwen hebben trouwens sowieso mijn interesse, ze zijn erg breed en de landschappen doen niet erg Zeeuws aan. Ze zijn zelfs zó breed dat men er vroeger ook in woonde: kijk maar naar de familie Beijers van Voxdael, de voorouders van Cathelijne Beyers uit Wuustwezel (1641-1694, kwartierstaatnummer 4279). Die familie kwam via Ossendrecht uit het ‘Voxdael’ (vrij vertaald Vossendal), “een half uur gaans van Heemstede”, waar ze in de 14e eeuw woonde. Dat moet ergens hier geweest zijn.
Bossen en een ven bij Westenschouwen. Dit plaatje zou men eerder van de Brabantse Wal verwachten dan van Schouwen, niet? (Afbeelding: Lymantria/Wikimedia Commons)
Oisterstein
Geen dorp maar een oud kasteel, gelegen bij Oosterland op Duiveland, waarvan de vroegste delen rond 1360 gebouwd werden.
Sint-Philipsland en Moggershil
Aangeduid als “Phs landt”, was één van de verdronken dorpen rond Tholen die rond 1600 herbedijkt en opnieuw bevolkt werden. Bijvoorbeeld door het echtpaar Arent Rochusse Steen (1649-1722, kwartierstaatnummer 6682) en Janneken Aelbrechts van de Luijster (*1647, kwartierstaatnummer 6683). Hij kwam uit Kapelle en zij uit Biezelinge. Op die schaal is dat nooit gebeurd bij ‘t nabijgelegen Moggershil. Dit dorpje wat voor ‘t eerst in 1440 in de archieven voorkomt verdrinkt waarschijnlijk bij de Allerheiligenvloed van 1570, maar komt nog tot 1631 op kaarten voor als een dorp op het land. Mijn voorouder Gillis Jobs (*rond 1555, kwartierstaatnummer 53.988) werd in Moggershil geboren.
Stavenisse
Bij Stavenisse ging ‘t ongeveer hetzelfde als bij Sint Philipsland en Noord-Beveland, alleen kwamen op de herbedijking van laatste veel buitenlandse immigranten af. Ik heb best wel wat voorouders in Stavenisse, maar bijna niet vóór 1600. Ze kwamen bijvoorbeeld uit Oud-Beijerland (Arent Stoutkensdijck, kwartierstaatnummer 26.928), ‘t naburige Scherpenisse (Neeltje Jacobse Priem, kwartierstaatnummer 26.931), Sint-Maartensdijk (Abel Abels, kwartierstaatnummer 26.956) of Woensdrecht (Hendrik Cornelisz Steendijk, kwartierstaatnummer 13.496). Bij ‘t maken van de kaart stond Stavenisse nog onder water, maar ze was nog niet vergeten..
Westkerke
Er zijn veel Westkerke’s in Zeeland en Vlaanderen. Eén daarvan is Westkerke onder Scherpenisse. Er is weinig meer van over, wat rest zijn een vliedberg (of terp, werve, wierd, zo u wilt) over, die al bestond rond het jaar 1000 (!), een paar huizen en een adellijk geslacht. Opvallend: Westkerke zou tot 1816 een zelfstandige gemeente zijn geweest, maar was volgens andere bronnen (die ik gebruikt heb voor het kaartje van Zeeuwse gemeenten bovenaan) al bij de vorming van de Nederlandse gemeenten in 1812 deel van Scherpenisse.
‘s-Heer Boudewijnspolder of Polre
Een verdronken dorp bij Halsteren waar bijna niemand meer vanaf weet. Het lag in de huidige Auvergnepolder tussen Halsteren en Tholen. Ik wil u allemaal aanraden om het boek “Polre” van P.J.M. van de Watering te lezen, hoe het begin en einde van dit dorpje tot op elk detail is gereconstrueerd. De Auvergnepolder werd, samen met de Glymespolder (beiden vernoemd naar Bergse markiezen) in de 18e eeuw opnieuw ingepolderd.
Hildernisse
Op het mooiste plekje van de Brabantse Wal ligt een unieke vloedboerderij, een laatste restant van Hildernisse; een verdronken dorp dat een Zeeuwse enclave vormde op de Brabantse oostkust van de Oosterschelde.
Verdronken land van Zuid-Beveland
Over Reimerswaal, haar omgeving en hun treurige lot zou je een boek kunnen schrijven. Daarom wil ik er niet te diep op ingaan, maar ‘t beperken tot de naampjes op de kaart en mijn voorouders uit het verdronken land.
Leuk aan deze kaart is dat de dorpen in het verdronken land apart aangeduid zijn: we zien Couwerue (Couwerve), Lodijck (Lodijke), Reijmerswale (Reimerswaal), Yrsukeroirt (Yersekeroort), Duuene (Duvenee), Nieukerke (Nieuwkerke), Brouc (Brouck), Creek (Kreke), Tolsende (Tolseinde), Nieulande (Nieuwlande), Steenbleij (Steenvliet), Crabbendijck (kennen we nog steeds als Krabbendijke), Scodee (Schoudee), Oweringe (Overinge?), Ewerswart (Everswart), Maren (Maire), Rijlandt (Rilland), Inckelenoirt (Hinkelenoord bij Woensdrecht), tBadt (Bath) en Agger. In mijn stamboom zijn enkele voorouders te zien die uit Reimerswaal vluchtte toen deze stad door meerdere watersnoodrampen ten onder ging. Bijvoorbeeld: Jan Jobse Cerpel (kwartierstaatnummer 13.536). Geboren rond 1600 te Reimerswaal, huwde in 1630 te Sommelsdijk, maar woonde waarschijnlijk grootste deel van de tijd in Tholen. Leentken Cornelis (kwartierstaatnummer 12.751), kwam uit Reimerswaal en huwde in 1606 met de Oosterhoutse pottenbakker Adriaen Vetten. Zij woonden in Bergen op Zoom. De kinderen van het echtpaar Jacob Moeijelijcker en Willemken Willems (kwartierstaatnummers 13.520 en 13.521) kwamen vanuit Reimerswaal terecht in Tholen. Herman Heijnericksz van Gulijck (kwartierstaatnummer 53.982) vluchtte in 1615 met zijn vrouw Anna uit Reimerswaal naar Scherpenisse, waar hij zijn beroep als schipper voortzette. Of Clement Lievense Mol (kwartierstaatnummer 13.528) en Adriaen Jans Camhoot (kwartierstaatnummer 27.064), die allebei rond 1600 uit Reimerswaal in Tholen terecht kwamen.
Opvallend is dat ik nog nooit een “vluchteling” gezien heb die uit één van de verdronken dorpen kwam, er wordt bijna altijd enkel Reimerswaal aangegeven. Echter, er is een aanwijzing die ik kan benoemen. Die ligt bij mijn voorouder David de Jonge (*Goes, rond 1600, overleden te Colijnsplaat, 1645, kwartierstaatnummer 11.958). Hij was een zoon van kleermaker Sacharias de Jonge (*Breda, poorter van Goes in 1594) en Maijcken Cornelisdr. van Duvenee. Zij waren op 13 september 1587 gehuwd te ‘s-Heer Arendskerke. In haar achternaam zien we Duvenee, een van de verdronken dorpen ten oosten van Yerseke. Overigens heb ik in hun familie geen daadwerkelijke geboorten gezien in dat dorp: haar vroegst bekende voorvader (overgrootvader) Cornelis van Duvenee (kwartierstaatnummer 191.336) werd geboren rond 1485. Hij was schepen te Goes (1507-1510), burgemeester van Goes (1513-1516), “zangmeester van de zeven getijden” en dijkgraaf bewesten Yerseke. En dat laatste is dus geen verdronken land.
Ten slotte zijn er nog een paar mooie herinneringen aan deze onbekende dorpen over: ingekleurde tekeningen van beeldbepalende kerken en kastelen gemaakt in ‘t begin van de 17e eeuw.

Het tolhuis van “Yersickeroirt”, wat ongeveer ter hoogte van de huidige Bergse Plaat lag. Tekening uit 1625. (Afbeelding: Zeeuws Archief)

De toren van Bath, getekend aan de noordzijde en de oostzijde, in 1631-1636 door Claes Jansz. Visscher. (Afbeelding: Rijksmuseum Amsterdam/Zeeuwse Bibliotheek)
Valkenisse
Valkenisse aan de Westerschelde en Nieuwlande, in het stukje hierboven genoemd, waren twee verdronken dorpen die in 1812 nog hun eigen gemeente ‘kregen’. Nieuwlande werd in 1816 bij Krabbendijke gevoegd. Valkenisse had een net wat andere geschiedenis dan andere verdronken dorpen in ‘t gebied: de Allerheiligenvloed van 1570 had tot gevolg dat het dorp aan de oostkust van Zuid-Beveland kwam te liggen: Rilland-Bath e.o. waren immers overstroomd. Bij een stormvloed van 1682 verging ook Valkenisse, maar een deel van de polders bleef bespaard en zo bleef ook de gemeente voortbestaan. In 1816 werd de gemeente toegevoegd aan Waarde; toch werd in 1846 het inwonertal nog als tachtig vermeld.
Honte
“De Honte” is, in de bekendste uitleg, simpelweg een oude benaming voor de Westerschelde. Pas rond 1500 werd de Westerschelde de hoofdverbinding tussen de Schelde bij Antwerpen en de Noordzee, iets wat erg belangrijk was voor omliggende dorpen en steden. Zo raakte Bergen op Zoom bij ‘t ‘verplaatsen’ van de hoofdarm van de Schelde in verval. Merk op hoe Van Deventer de Oosterschelde “Scaldis fl.” noemt, waarmee hij ze benoemde als ‘hoofdloop’ van de Schelde door Zeeland.
Kwadendamme
Deze katholieke enclave in de ‘zak van Zuid-Beveland’ staat nog niet op deze kaart. Het is zelfs nooit een gemeente geweest: we moeten het plaatsen bij Oidekeskercke/Hoedekenskerke. Toch wil ik dit dorp graag benoemen, ten eerste omdat het wat vreemd is dat dit dorpje niét op Van Deventers kaart staat, ten tweede omdat het in de geschiedenis niet makkelijk geweest moet zijn een katholiek dorp staande te houden in dit deel van Zeeland en ten derde omdat Kwadendamme de “opvolger” zou zijn van een verdronken dorp aan de oostkant van de dijk: Oostende. Dit eigendraadse dorp kent u misschien tegenwoordig van de tropische dierentuin, de stroomtrein, ‘t lokale bier, of het bluesfestival.
Sinoutskerke en Baarsdorp
Deze twee dorpjes ten zuidwesten van Goes staan op de kaart aangeduid als “Baersdorp en Sinout.”. Zij vormden tussen 1812 en 1816 (fuseerde toen met ‘s-Heer Abtskerke) een eigen ‘duogemeente’. Ze hebben nog iets gemeen: beiden hadden een klein, stokoud gotisch kerkje dat al lang geleden werd afgebroken (die van Baarsdorp in 1870, die van Sinoutskerke in 1906 na een grote brand, maar wel op de foto is gezet.
Verdronken eiland in de Westerschelde ten zuiden van Baarland, waar bijzonder weinig over bekend is. De geschiedenis moet ongeveer hetzelfde zijn geweest als die van Orisand.
Orisant
Dit verdronken eiland lag in de Oosterschelde, tussen Noord-Beveland en Schouwen. Dit eiland was al zo’n zeventig jaar in de golven verdwenen toen de vrouw van Willem van Oranje in 1598 op ‘t idee kwam om het opnieuw in te dijken, net als bij Noord-Beveland, Sint-Philipsland en Stavenisse gebeurde op dat moment. In 1602 werd ermee begonnen, maar het was geen succes. In 1639 waren alle nieuwe inwoners alweer vertrokken. Een paar van die inwoners moeten mijn voorouder Grietken Roelandse (*Orisand, rond 1617, overleden te Colijnsplaat, 1652, kwartierstaatnummer 5959) en haar ouders Roelandt Cornelissen en Anneken Jooris geweest zijn. Er bestaat een mooie website over dit bijna vergeten eiland.
Wulpen
Nog zo’n eiland is Wulpen, één van drie eiland voor de Zeeuws-Vlaamse kust die rond 1570 in de Noordzee verdwenen. Misschien is ‘t achteraf gezien wel erg bijzonder dat dit eiland zich überhaupt staande wist te houden in open zee. Wulpen was erg oud, het werd al vermeld in 1049, en zou zelfs de plek zijn waar in de negende eeuw een slag met de vikingen plaatsvond. “Breskein” op het inzetje hieronder is tegenwoordig beter bekend als Breskens.
Sint-Anna-ter-Muiden
Ik schreef al eerder over de kleinste stad van Nederland (bij mijn voorouder Alette Schilleman, zie kwartierstaatnummer 749) en ben er twee jaar geleden ook even wezen kijken. Opmerkelijk is dat op de kaart van Van Deventer twee steden worden afgebeeld, even groot, aan weerszijden van het water: Muijen en Sluijs. Sint-Anna-ter-Muiden mag dan stadsrechten hebben, het was nooit even groot als Sluis en iemand heeft dan ook getracht om Sluis door te halen (het lijkt wel tippex). Wil de (her)tekenaar van deze kaart dat we Muijen als Sluijs zien?
Oorderen en Oordam
Ik schrijf deze stukjes van links naar rechts, dus we schuiven even helemaal terug op richting Antwerpen. Hier zien we, tussen Lillo en Ekeren, niet het in de jaren ’60 gesloopte polderdorp Oorderen, maar Oordam, een beetje de tweelingzus van Oorderen aan de Schelde. Op de zwart-wit-versie van deze kaart staat Oorderen wél aangegeven.